Ben jij wel eens iemand tegengekomen die als twee druppels op je lijkt? Mogelijk heb je dan een dubbelganger.

Maar hoe groot is de kans dat we die allemaal een hebben? En in hoeverre moeten twee mensen op elkaar lijken om daadwerkelijk dubbelgangers te zijn? 2Doc.nl bespreekt het met hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening Ronald Meester en hoogleraar Forensische moleculaire biologie Manfred Kayser.

Van Paul tot Poetin

In de film Us van Jordan Peele (Get Out, Nope) volgen we een familie die geterroriseerd wordt door een moordlustige bende. Die er nét zo uit zien als zij. De onderliggende boodschap: we zijn allemaal onze eigen grootste vijand.

Dat idee van Peele is niet nieuw. Wie zijn dubbelganger tegenkomt, kan er immers vanuit gaan dat het levenseinde nabij is. Althans, zo leren de volksverhalen ons. Maar waarom zijn we dan allemaal tóch zo geïnteresseerd in het hebben van een look-a-like?

De dubbelganger is een populair motief in films, maar ook in de literatuur, psychologie en popcultuur duikt hij regelmatig op. Van de schaduwpersoonlijkheid uit de klassieke gothic roman The Strange Case of Dr. Jeckyll and Mr. Hyde (1886) tot aan de beroemde Paul is Dead-theorie, over de dubbelganger van Paul McCartney die in 1966 de plek van de ‘werkelijke’ Beatle zou hebben overgenomen nadat deze stierf in een auto-ongeluk.

Ook de media zijn niet vies van een look-a-like-nieuwtje. Zo werd er wereldwijd getwijfeld of het wel de echte Poetin was die in maart 2023 de Oekraïense stad Marioepol bezocht en keken Friends-fans er raar van op toen ze beveiligingsbeelden van een winkeldief zagen die wel heel erg op Ross (David Schwimmer) leek. 

Dat het hebben van een dubbelganger akelig realistisch kan zijn, bewijst de beroemde fotoserie I’m not a look-a-like van de Canadese fotograaf François Brunelle. De vraag of we allemaal een dubbelganger hebben, houdt Brunelle al zo’n 25 jaar bezig. Sinds 1999 brengt hij niet-verwante mensen bij elkaar die zó erg op elkaar lijken dat ze tweelingen konden zijn. Imiddels heeft hij zo’n 250 dubbelgangersparen uit alle hoeken van de wereld geportretteerd.

Dubbelgangers in documentaires

In de documentaire Bart en de zoektocht naar de dubbelganger (VPRO) gaat kunstenaar Bart Eysink Smeets via een campagne op zoek naar zijn menselijke spiegelbeeld. Zijn motivatie: de kapitalistische ideologie van het individualisme aan het wankelen brengen en bewijzen dat hij niet uniek is. Tijdens zijn queeste treft hij veel mensen met een soortgelijk uiterlijk, maar – spoiler alert - een ware dubbelganger vindt hij niet. Bart blijft uniek.

Een andere manier om je dubbelganger op te sporen, treffen we in de documentaire Finding My Twin Stranger, waarin mensen hun niet-verwante tweeling vinden via Facebook of de website Twinstrangers.net. Met de hulp van onderzoekers van het Department of Twin Research van het Londense St Thomas' Hospital worden de persoonlijkheden en gewoonten van deze op elkaar lijkende vreemden vergeleken.

En natuurlijk bestaat er ook nog de mogelijkheid om je dubbelganger onverwacht tegen het lijf te lopen, zoals dat de drie mannen uit de bioscoop-hit Three Identical Strangers overkwam. Bobby, Eddy en David ontdekten per toeval dat ze een identieke drieling waren toen twee van hen op een universiteit voor de ander werden aangezien. De drieling bleek onderdeel van een controversieel en ongepubliceerd onderzoek over het nature-nurtedebat, waarbij tweelingen en drielingen in het geheim van elkaar gescheiden werden om te kijken hoe mensen worden wie ze zijn: door genetische aanleg of door opvoeding?

Bobby, Eddy en David uit 'Three Identical Strangers' (2019).

Allereerst een definitiekwestie

Hoe groot is de kans dat we een dubbelganger hebben nu werkelijk? Is dat te berekenen? Ronald Meester, wiskundige aan de Vrije Universiteit, legt uit: ‘Alles valt of staat bij wat jij een ‘’dubbelganger’’ noemt. Is dat iemand die alleen in het gezicht op je lijkt? Of moet het ook standhouden bij nauwkeurige inspectie?'

'Het ding is: als je twee ogenschijnlijk identieke objecten hebt en je kijkt er goed genoeg naar, dan zul je áltijd verschillen zien. Dat is eigenlijk overal zo, ook in de wiskunde en de forensische wetenschap. DNA-profielen, bijvoorbeeld, die kunnen alleen maar hetzelfde zijn omdat wij op een bepaalde manier meten. Op een bepaald niveau zijn verschillende objecten dus altijd onderscheidbaar.’

Beeld uit 'Wij zijn Kees Brouwer', waarin kunstenaar Kees Brouwer op zoek gaat naar de overeenkomsten en verschillen tussen zijn naamgenoten.

Mocht je willen uitrekenen hoe groot de kans is dat je een dubbelganger hebt, dan moet je dat dus ook meten op basis van bepaalde voorwaarden. ‘En dan sluit je dus automatisch factoren uit,’ vertelt Meester. ‘Als je gezichtskarakteristieken wil vergelijken op basis van een x aantal indicatoren, dan komen daar scores uit waar je een kansberekening op wil loslaten. Dat kan zeker een leuke oefening zijn. Maar iemands uiterlijk kan natuurlijk nooit écht worden samengevat in een paar getallen. De gezichten zullen dan misschien veel van elkaar weg hebben, maar nooit helemaal hetzelfde zijn.’

'Als je twee ogenschijnlijk identieke objecten hebt en je kijkt er goed genoeg naar, dan zul je áltijd verschillen zien.'

Ronald Meester

prof. dr. Ronald Meester

Ronald Meester is hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij houdt zich voornamelijk bezig met forensische kansrekening en statistiek. Hij mengt zich veelvuldig in het publieke debat over de interpretatie van wetenschappelijke (statistische) claims.


Is er dan eigenlijk wel zoiets als een ‘echte’ dubbelganger? Manfred Kayser, hoofd van de afdeling Genetische Identificatie van het Erasmus MC in Rotterdam, legt uit: ‘Als we spreken over ‘’klassieke’’ dubbelgangers, zijn dat twee niet-verwante mensen wiens uiterlijke kenmerken in grote mate overeenkomen. Dat betekent dat bij deze mensen ook de genen die het uiterlijk coderen in grote mate gelijk moeten zijn. Maar zelfs in dat geval mag dat geen reden zijn om de genetische uniekheid van elk mens in twijfel te trekken, omdat de hele rest van hun genoom nog steeds verschillend is.’

De complexiteit van DNA

Dat er altijd – al dan niet zeer subtiele - verschillen tussen het uiterlijk van twee personen zullen zijn, heeft volgens Kayser te maken met het feit dat er duizenden onderdelen in ons genoom, het geheel van alle genen, betrokken zijn bij het coderen van ons uiterlijk. ‘In het verleden dacht men dat er een of twee genen verantwoordelijk waren voor bijvoorbeeld onze oogkleur. Dat is niet het geval; de genetische coderingen van ál onze uiterlijke kenmerken, dus ook onze oog- en haarkleuren, zijn uiterst complex. Er zijn honderden genen verantwoordelijk voor elk uiterlijk kenmerk.

‘En toch is het DNA dat ons uiterlijk bepaalt maar een héél klein onderdeel van ons gehele genoom. Zelfs wanneer deze gedeeltes sterk overeenkomen en het geen eeneiige tweelingen zijn, zijn die personen in het grotere genetische plaatje nog steeds heel verschillend. Overigens hebben eeneiige tweelingen óók niet helemaal hetzelfde genoom.’

prof. dr. Manfred Kayser

Manfred Kayser is hoogleraar forensische moleculaire biologie en afdelingshoofd Genetische Identificatie aan het Erasmus MC. Kayser houdt zich bezig met de ontwikkeling van nieuwe wetenschappelijke kennis en moleculaire tools die wereldwijd worden gebruikt om strafzaken sneller op te lossen.

 In 2022 werd hij uitgeroepen tot de nummer 1 specialist forensische genetica wereldwijd.

'De genetische coderingen van onze uiterlijke kenmerken zijn uiterst complex. Er zijn honderden genen verantwoordelijk voor elk kenmerk.'

Manfred Kayser

New York Times: 'Your doppelgänger is out there'

Een jaar geleden maakte een studie van een Spaans onderzoeksinstituut wereldwijd veel tongen los omdat onderzoekers ontdekt zouden hebben dat zogenoemde dubbelgangers niet alleen hun uiterlijk, maar ook een deel van hun DNA deelden. Hiervoor werd DNA-onderzoek bij 32 paren uit de eerdergenoemde fotoserie I’m not a look-a-like verricht.

Wat bleek? Negen paren toonden genetische overeenkomsten op ruim 19.000 plekken in hun DNA. ‘Dat klinkt als een hele hoop, maar dat valt reuze mee als je je bedenkt dat het menselijk genoom in totaal drie miljard plekken heeft,’ aldus Kayser.

Aangezien de look-a-likes uit verschillende delen van de wereld kwamen en tóch een groot deel van hun DNA deelden, zou dit volgens onderzoekers betekenen dat het onze ‘uiterlijk-codes’ zich beginnen te herhalen. Hun conclusie: we hebben waarschijnlijk allemaal ergens een dubbelganger rondlopen. De New York Times pakte er flink mee uit: ‘Your doppelgänger is out there and you probably share DNA with them’, brulde de kop van het artikel.

Beeld uit 'Bart en de zoektocht naar de dubbelganger'.

Het onderzoek was volgens de betrokkenen ook een belangrijke doorbraak voor de forensische wetenschap, omdat men op deze manier misschien wel ooit iemands uiterlijk zouden kunnen voorspellen op basis van DNA. Volgens Kayser zijn dat zeer vergaande aannames die meer klinken science fiction. ‘Het aantal van dubbelgangerparen dat ze hebben onderzocht, is veel te klein voor de statistische kracht die je nodig hebt om te bepalen dat die 19.000 DNA-plekken echt iets te maken hebben met het gezicht.’

‘Op basis van andere studies kennen wij op dit moment zo’n vierhonderd ‘'gezichtsgenen'’, maar de effecten van deze genen op het gezicht zijn minuscuul. Ze vertellen ons heel weinig over hoe het gezicht uitziet. Dat betekent dat er duizenden gezichtsgenen moeten zijn. En omdat enkel maar gen een heel klein effect heeft, heb je honderdduizenden of miljoenen mensen nodig om al die genen te vinden.’

‘Dat er twee mensen op de wereld zijn die extreem veel op elkaar lijken is zeer waarschijnlijk, maar de kans dat jij een dubbelganger hebt is zeer klein. Dat is een belangrijk verschil.’

Ronald Meester

De uitspraak dat iedereen ergens een dubbelganger heeft rondlopen, is volgens Kayser dus al helemaal ongegrond. ‘Dat blijkt wel uit de hoeveelheid proefpersonen die hier onderzocht is. Die is er heel klein. En waarom is dat? Omdat deze zogeheten ‘dubbelgangers’ extreem zeldzaam zijn. Er moeten zóveel plekken in het DNA overeenkomen om qua uiterlijk heel erg op elkaar te lijken. Dat is dus zeer onwaarschijnlijk, maar niet helemaal onmogelijk.’ Meester is het daarmee eens: ‘dat er twee mensen op de wereld zijn die extreem veel op elkaar lijken is zeer waarschijnlijk, maar de kans dat jij een dubbelganger hebt is zeer klein. Dat is een belangrijk verschil.’