DocTalks met regisseur Wiam Al Zabari bij Mijn vader, Nour en ik (EO)

(Hoe) kun je je trauma bespreken met je kind?

VPRO

Filmmaker Wiam Al Zabari ontvluchtte Irak op dertienjarige leeftijd samen met zijn moeder, zus en broer. Zijn vader was afwezig tijdens deze angstige periode. Die wachtte al negen maanden op hen in Nederland. Twintig jaar later gaat Al Zabari in de documentaire ‘Mijn Vader, Nour en ik’ (EO) het gesprek met zijn vader aan. Waarom zijn ze gevlucht uit Irak? En waarom is dat nooit besproken? Wat volgt is een liefdevolle en intense zoektocht naar de geschiedenis van zijn vader en familie, verteld in een ontroerend, persoonlijk bericht aan zijn eigen zoon Nour.

Presentator Ersin Kiris gaat in gesprek met regisseur Wiam Al Zabari over zijn documentaire ‘Mijn vader, Nour en ik’.

Graven in het verleden

Zeven jaar voordat de documentaire ‘Mijn vader, Nour en ik’ uitkwam zat Wiam Al Zabari in een crisis. Hij was vader geworden en zijn zoontje zette hem aan het denken. Hoe was hij zelf als vader? En als zoon? En toen de vluchtelingencrisis op Europa afkwam, kwamen ook vragen over zijn eigen vluchtverleden weer omhoog.

Wiam Al Zabari groef diep in zichzelf, in zijn leven en verleden. Het maken van ‘Mijn vader, Nour en ik’ was voor hem een bitterzoet proces. ‘Het heeft mij geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling, maar ik kwam mezelf ook heel erg tegen.’ Niet alleen als mens en vader voelde hij zich in die zeven jaar soms onbekwaam, ook als filmmaker. ‘Het lukte niet om sturing te geven aan het proces. Ik zat te veel als onderwerp in de film, daardoor kon ik geen filmmaker zijn.’ Het deukte zijn zelfvertrouwen en zelfbeeld.

Een bijzondere vertelvorm

In de documentaire vertelt Wiam Al Zabari zijn verhaal aan zijn zoon Nour. In de voice-overs, waarin Al Zabari op zichzelf en op de situaties in beeld reflecteert, richt hij zich aan Nour. Al Zabari kwam op dit idee toen hij al vier jaar bezig was. ‘Ik dacht: wat nou, als ik Nour er letterlijk bij haal? Ik ben hem dingen gaan vertellen met een draaiende camera. Ik merkte dat ik luchtiger was en grapjes ging maken. Ik legde alles heel simpel uit. Dat inspireerde me. Ik heb toen de eerste tien minuten gemonteerd en dat stuk met de crew gedeeld. Toen voelden we allemaal: ja. Dit was de vorm waarin het verhaal verteld moest worden.’

'Alles waar ik om gevraagd heb al die tijd - de knuffel, de troost, de interesse in wat er allemaal is gebeurd - dat is allemaal naar me toegekomen'

Wiam Al Zabari, regisseur

tekst gaat verder onder de afbeelding

Open harten

Hoewel de documentaire gericht is aan zijn zoontje, Nour, gaat Al Zabari in de documentaire ook het gesprek aan met zijn eigen vader. Dat gesprek kwam voorzichtig op gang. Door het filmproces is er later meer ruimte gekomen om met hem en de rest van de familie te praten over wat ze hebben meegemaakt. Al Zabari: ‘Alles waar ik om gevraagd heb al die tijd - de knuffel, de troost, de interesse in wat er allemaal is gebeurd - dat is allemaal naar me toegekomen. En ik kon het ook ontvangen. De harten zijn open. Er kwam ruimte voor een bepaalde zelfheling.’

Ook Nour heeft de documentaire inmiddels gezien. De eerste keer dat hij keek, barstte hij halverwege in tranen uit, aldus Al Zabari. ‘Het gebeurde bij de scène waarin ik vertel dat ik op Schiphol aankwam. We hadden lange tijd in een oorlog gezeten en mijn vader was er al die tijd niet geweest. Bij aankomst op het vliegveld wilde ik naar mijn vader toe rennen om een knuffel te halen. Maar hij kon mij niet omhelzen, omdat hij zelf gebroken was. Bij die scène begon Nour heel hard te huilen. Hij huilde om mijn pijn.’ De film werd stopgezet, Nour zou een andere keer verderkijken.

‘Als Nour had moeten huilen om een andere scène, was dat prima. Maar net die ene scène... '

Wiam Al Zabari, regisseur

‘Als Nour had moeten huilen om een andere scène, was dat prima. Maar net die ene scène... De tranen van Nour lieten me precies het dilemma zien. Vertel ik nou mijn kinderen wat er is gebeurd, waardoor het trauma zijn kracht verliest? Of moet ik ze juist daarvoor in bescherming nemen?’

Toen we met de hele familie de film gingen kijken lukte het Nour wel de hele film te zien. De tranen waren er nog steeds, maar hij kon meer openstaan voor het verhaal. Nu is hij er zelfs trots op en zegt hij op het voetbalpleintje: 'papa heeft een film gemaakt en ik ben de filmster.’'

Al Zabari heeft geen spijt dat hij zijn verhaal gedeeld heeft met Nour. ‘Ik denk nog steeds dat dit de beste keuze was. Open zijn over waar we vandaan komen en wat er is gebeurd. En ook hoop ik oprecht dat Nour nog vele scènes met mij krijgt op de bank: scènes waarin hij boos kan zijn en vragen kan stellen; en dat ik dan de kans krijg om zo dom te doen als ik doe, maar ook zo lief te doen als ik kan. Dat het open is.’