Ze was al zeer succesvol, maar sinds de prijswinnende serie The Handmaid’s Tale, gebaseerd op haar roman uit 1985, is Margaret Atwood uitgegroeid tot een literair icoon. De rode mantels en witte kapjes van de dienstmaagden werden een wereldwijd symbool voor vrouwelijk verzet tegen onderdrukking.
De zelfverzekerde grande dame en een aantal sleutelfiguren uit haar leven vertellen over haar jeugd in de bossen van Noord-Ontario, hoe ze opgroeide in de benauwde jaren vijftig (toen vrouwen werden geacht keurig thuis te blijven, maar zij aan de universiteit van Harvard Engels ging studeren), over haar activisme en uiteraard over haar schrijverschap.
In 1984 begon ze in het ommuurde West-Berlijn te schrijven aan haar beroemde dystopische verhaal over machtsverhoudingen en misogynie, mede ingegeven door de conservatieve backlash na de vrije jaren zestig en zeventig. Onlangs verscheen het even beklemmende vervolg The Testaments. Atwood zelf, inmiddels 79, bekijkt de heisa rond haar “renaissance” met zelfspot en gortdroge humor, zoals alleen iemand die al een heel leven geleefd heeft – en ons al decennia geleden waarschuwde – dat kan.
Regie: Nancy Lang, Peter Raymont