Filmmaker Lavinia Xausa leerde Feyenoord kennen toen supporters in 2015 een fontein in Rome vernielden. Ze verdiepte zich in de achterban van de club en ontdekte een wereld van geloof, liefde en kwetsbaarheid.

In haar film 'So Loud the Sky Can Hear Us' brengt Xausa verhalen van verschillende Feyenoord-supporters samen. Elk van hen heeft een andere, ietwat wringende band met de club. 2Doc.nl spreekt met de Italiaanse regisseur over vooroordelen, diversiteit en de overeenkomsten tussen voetbal en religie.

Wat wist je over Feyenoord voordat je aan deze film begon?
‘Ik kwam voor het eerst in aanraking met het Nederlandse voetbal toen Feyenoord-supporters in 2015 een fontein in Rome vernielden. Ik had daarvan eigenlijk alleen onthouden dat het Nederlanders waren en stond er helemaal niet bij stil bij welke club zij hoorden. Later dat jaar ben ik voor mijn studie Fotografie naar Rotterdam verhuisd, maar het duurde nog een paar jaar voordat ik besefte dat dit de stad was waar de vernielers vandaan kwamen. Ik was op dat moment bezig met een project over lichaamspolitiek en religie en kwam op het idee om de achterban van deze club te onderzoeken, om op die manier iets over groepen en hun zingeving te vertellen.’

Hoe ontwikkelde jouw beeld van de Feyenoord-achterban toen je de verhalen van de supporters onderzocht?
‘Aan het begin dacht ik dat ik vooral te maken zou krijgen met van die hardcore white guys, heel agressief en zeer rechts, maar dat had natuurlijk vooral te maken met de beeldvorming vanuit de media rondom hooliganisme. Ik kwam er steeds meer achter dat er, naast die zogenaamde ‘hoofdstroming’, ontzettend veel tegenbewegingen bestonden. Het zijn allemaal mensen die niet binnen dat stereotypische plaatje passen en hun eigen rol als supporter bevragen.' 

Lavinia Xausa

Een van de meest ontroerende verhalen uit de documentaire komt van een supportersechtpaar dat hun huis uit moet vanwege een grootschalige renovatie in de wijk waar zij al meer dan twintig jaar woonden. Hoe ben je bij deze mensen terechtgekomen?
‘Gentrificatie is al jaren een hot topic in Rotterdam. Een vriend van me die bouwkunde studeert, vertelde me over een man die dicht bij De Kuip woonde en dag in dag uit in zijn straat aan het protesteren was, omdat hij zijn huis, dat op de slooplijst stond, niet wilde verlaten. Hij was altijd volledig gekleed in Feyenoord-merchandise.’

Still uit 'So Loud the Sky Can Hear Us'.

'Rotterdam-Zuid, waar De Kuip te vinden is, staat bekend om de sterke, onderlinge connecties tussen de Feyenoord-supporters die er wonen. Het is dus best een paradoxaal idee dat de plannen om dat stadsdeel te 'verbeteren' ervoor hebben gezorgd dat precies de mensen die het stadsdeel belichaamden moesten vertrekken.' 

Hoe verhoudt het verhaal van dat koppel zich tot de andere verhalen in de film?
‘Alle verhalen gaan over worstelingen, over de pijn die je kan voelen als je ergens niet helemaal bij lijkt te kunnen horen. Paul van Dorst, de voorzitter van de LHBTI+-supportersclub de Roze Kameraden, was een week voor de opnames nog volop in het nieuws omdat zijn sportschool door Feyenoord-supporters beklad was met homofobe leuzen. Edjo Frank, een prachtige, gevoelige Joodse man, vertelt hoe pijnlijk het is om elke week weer antisemitische leuzen in het stadion aan te horen.'

'Allen voelen ze zich op en bepaalde manier ongehoord, ongeaccepteerd of ondervertegenwoordigd, maar toch bestaat er een onwrikbare liefde voor de club en de bijbehorende gemeenschap. Ze proberen allemaal hun weg te vinden in het leven als Feyenoord-fan.’ 

'Allen voelen ze zich op een bepaalde manier ongehoord of ongeaccepteerd, maar toch bestaat er een onwrikbare liefde voor de club en gemeenschap.'

Lavinia Xausa

Even wat anders: de film begint en eindigt met koorzang. Wat is het idee hierachter?
'Ik ben het grootste deel van mijn leven omringd geweest door kerken en Italiaanse kunstgeschiedenis. Vandaar dat religie, en met name het Christendom, vrijwel altijd doorsijpelt in mijn praktijk. Ik denk dat voor veel Feyenoord-fans voetbal een religie is en De Kuip een soort kerk. Een van de mensen in de film spreekt dat ook letterlijk uit.’

‘Zowel in de kerk als het voetbalstadion wordt op eenzelfde manier gezongen: monofoon. Iedereen zingt dezelfde woorden met dezelfde timing en toonhoogte. Dat verband wordt aan het begin van de film gelegd. Dan zie je eerst een groep mannen op een traditioneel-Christelijke, ofwel Gregoriaanse, manier zingen. Die scène wordt gevolgd door een fragment waarin je supportersleuzen door De Kuip hoort galmen.’

‘Samen met de componist die aan de film meewerkte kwam ik op het idee om de ‘‘monofonie’’ van kerk- en stadionzang te doorbreken en nieuwe stemmen toe te voegen aan dat geluid. Dat hoor je aan het einde van de film en symboliseert de wens om te werken aan een meer divers en inclusiever beeld van de club: een polyfonie.’