Regisseur Geertjan Lassche (1976) volgt in zijn documentaire ‘Brommers kiek’n’ (VPRO) een jaar uit het leven van een groep Overijsselse jongeren van het platteland. Hoe gaat het nu met ze, acht jaar nadat de camera’s begonnen met draaien? En hoe kijken ze naar de politieke ontwikkelingen waarbij het platteland in de nationale schijnwerpers staat?

Zuipserie

We spreken de vier jongeren uit de documentaire in hun keet in Espelo, Overijssel. Een nieuwe keet. ‘Ja, want onze oude was helemaal verrot,’ zegt Marc. ‘Deze keet delen we met een andere groep jongens. We gaan binnenkort met die groep een nieuwe grotere bouwen.’

Prijswinnend regisseur Geertjan Lassche woonde al op het platteland en kende de buurt en cultuur van binnenuit. Hij zocht een groep jongeren om een jaar lang te volgen. De groep uit Espelo stond daar niet gelijk voor open. Thomas: ‘Nou, we hebben niet direct ja gezegd, toch?’

Marc: ‘Nee, eerst waren we een beetje bang dat het zo'n zuipserie werd. Daarin filmen ze eigenlijk puur en alleen een keet met veel drank, zeg maar. Nou, op een gegeven moment, toen de maker het allemaal had uitgelegd, werden onze ouders ook enthousiast. Hij legde uit dat hij ons echt het hele jaar wilde filmen bij wat we allemaal deden.’

Klassieker

Brommers Kiek’n werd meer dan een zuipserie. 960.000 kijkers zagen de ‘ode aan de plattelandscultuur’ op tv en het werd het een klassieker die nog steeds online veel wordt bekeken. De hoofdpersonen zelf kijken traditioneel de film jaarlijks met z’n allen bij iemand thuis. Marc: ‘Maar in principe kennen we ‘m helemaal uit ons hoofd.’

Thomas M: ‘Het is supermooi gelukt. Natuurlijk, je ziet ons drinken, maar daarnaast werd er ook gefilmd op school, op stage en op werk. We hebben superveel goede reacties gehad.’

Thomas M: ‘Er was echt voor zoveel uur aan video. Tuurlijk kon het er niet allemaal in, maar soms had ik dat wel gewild. Zoals de beelden van het schoolgala, daar was Geertjan ook bij. Daar zit bijna niks van in de film.’

Femke: ‘Hij heeft ons daarnaast allemaal geïnterviewd, één op één. Dat is er ook bijna niet in gekomen. Dat vind ik trouwens niet erg, hoor, het was ook geen praatprogramma natuurlijk.’

V.l.n.r.: Thomas M, Marc, Femke en Thomas B

Niets veranderd

Hoewel de vriendengroep inmiddels werkt en niet meer naar school gaat, wordt in het gesprek duidelijk hoe weinig er eigenlijk is veranderd sinds de documentaire is uitgekomen. De dingen gaan zoals ze gaan.

Thomas M: ‘Ja, maar het gaat ook gewoon goed zoals het gaat, denk ik. We weten niet anders. We spreken elkaar elk weekend. We gaan naar feestjes. We doen dingen die we leuk vinden. We bedenken af en toe achterlijke dingen die we gaan doen. Dat is ook een beetje het platteland.’

Wat er wél is veranderd: de basisschool waar iedereen uit de vriendengroep op zat, is gesloten vanwege een te laag aantal leerlingen. De kinderen uit het dorp die nu opgroeien, gaan daardoor naar veel verschillende scholen in de omgeving. Daardoor gaan zij vaak met meer verschillende mensen om, en is er een minder hechte band tussen jongeren uit het dorp. Marc: ‘Dus het verspreidt zich nu allemaal een beetje. In onze tijd zat heel Espelo op dezelfde school. Daardoor waren we ook zo hecht, denk ik. Met de jongeren van nu is dat niet meer zo.’  

De jongeren spreken elkaar wel minder dan in de tijd toen de documentaire werd gemaakt. Marc: ‘We hebben niet meer vaak dat we het hele weekend in de keet zitten. Meestal spreken we vrijdagmiddag na het werk af. Daarnaast spreken we elkaar nu ook vaker buiten de keet. Je hebt meer geld te spenderen, dus we gaan vaker stappen bijvoorbeeld.’

Thomas M: ‘En in die tijd toen we net de keet hadden...  Toen was dat natuurlijk ook allemaal nieuw. Op een gegeven moment ben je er ook weer in klaar mee. Als je elke keer tegen dezelfde kop zit aan te kijken.’

Still uit 'Brommers Kiek'n'

Representatie

Met de stikstofcrisis en de grote winst van de BoerBurgerBeweging bij de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen staat het platteland in de nationale schijnwerpers. Voelen ze zich gerepresenteerd door de media?

‘Moeilijke vraag,’ zegt Thomas B lachend.’

Femke: ‘Ik denk wel dat er op tv meer aandacht is voor de Randstad. Maar ik stoor me er zelf niet aan. Ik kijk toch geen tv. Behalve Temptation Island dan.’

Thomas M: ‘Ik denk niet dat we daar echt mee bezig zijn. We weten zelf wel hoe het gaat hier. Wat die mensen daar in de Randstad doen, dat is zo anders dan hier. Zij houden van de drukte. Dat is voor hen heel normaal. In de drukte, midden in de stad, op een paar vierkante meter wonen: dat vinden ze helemaal prachtig.  Als wij daar lopen, dan zeggen we van: ‘nou, we zijn blij dat we hier niet zijn geboren.’

Marc: ‘We deden mee aan deze documentaire, maar het was niet onze insteek om te laten zien hoe geweldig het hier allemaal is. Laat die Randstedelingen maar lekker daar, denk ik dan.’

Still uit 'Brommers kiek'n'

De kloof

Thomas M: ‘Ik denk dat de kloof tussen stad en platteland langzamerhand wel steeds meer een probleem aan het worden is.’

Marc: ‘Ja, vooral in de politiek. Of neem een organisatie als Wakker Dier, of zo. Daar moeten we hier helemaal niets van hebben. Dus ik denk wel dat er een soort kloof is. Iedereen hier kent wel iemand die boer is. Veel mensen uit de stad weten niet eens waar hun eten vandaan komt. En ja, en die mensen kunnen wel over jou stemmen. Maar ja, dit jaar is het wel vrij goed uitgepakt bij de verkiezingen.’

Thomas M: ‘Het zou wel goed zijn als er iets meer aandacht voor het platteland komt. Maar er moet wel een interesse in zijn. Je hebt bijvoorbeeld Boer Zoekt Vrouw, dat wordt nog steeds heel goed bekeken.  Maar wel door een bepaalde groep mensen die dat willen zien. Mensen die zich verzetten tegen het platteland, die gaan zulke programma’s toch niet kijken.’

Thomas B: ‘Ik denk dat er een hele kleine groep mensen is die zich er echt radicaal tegen afzet. En dat is ook het hele probleem. Het is altijd maar een kleine groep die het verpest voor een grotere groep. En die mensen die krijg je toch niet op een ander denkbeeld.’

Marc: ‘Je krijgt daar ook een beetje een vertekend beeld van, vind ik. Als er iets misgaat met de boerenprotesten, dan komt dat in het nieuws. Over de kern van protesten wordt niet veel verteld. Dat vindt men geen interessant nieuws.’

V.l.n.r.: Thomas B, Femke, Thomas M, Marc

Eerlijk beeld

Toch werd de groep en hun leefwereld in hun eigen documentaire wel goed weergegeven, vinden de vrienden. Marc: ‘Geertjan kon met zijn film een eerlijk beeld schetsen. Dan moet je wel zo'n filmmaker als Geertjan hebben, anders lukt het gewoon niet. Hij liet ons leven zien, zonder een oordeel te vellen.’

Femke: ‘Nou ja, op Twitter ging het bij onze documentaire ook wel los. Er was een scène waarin ik koffiezette. Mensen op Twitter zeiden dat ik over me heen liet lopen, en dat alle vrouwen op het platteland maar gewoon een beetje bedienden zijn. Maar ja, daar hebben we alleen maar om gelachen.’

Marc: ‘We waren nog geen achttien en dronken bier. Dat vonden mensen ook niet kunnen. Dat is gewoon wat hier gebeurt, dat vinden we hier heel normaal.  Dus ja, we hebben gewoon laten zien wat wij doen.’ Thomas M: ‘Als mensen een mening hebben, prima. Maar wij doen het gewoon zo.’

Thomas M: ‘Maar wij zeggen meestal: dat zijn mensen die te veel tijd hebben. Het is maar ook hoeveel je ervan aantrekt.’ Marc: ‘Ik bedoel, wij schoppen geen herrie. We slopen niks. We werken allemaal. We hebben geen uitkering. Dus ja, wat doen we dan verkeerd als we een biertje drinken als we onder de achttien zijn?’

Thomas M: ‘Natuurlijk zijn er allemaal regels, maar ja. Op het platteland wordt het ook wel een beetje gedoogd. Onze ouders hebben liever dat we op onze vijftiende in de keet biertjes drinken dan dat we naar de stad in gaan en daar misschien andere dingen doen. In de keet is het toch meer gecontroleerd. Nu kunnen onze ouders de volgende ochtend het aantal biertjes tellen bijvoorbeeld.’

Ontdek nog meer updates