Denk je dat een scheidsrechter de sfeer van een wedstrijd kan bepalen?
‘Voetballers maken het spel, die bepalen de sfeer. Die gaan grenzen opzoeken en wij zijn er om die grenzen te bewaken. Op het moment dat ze binnen de grenzen blijven, dan heb je van ons geen last. Dan kunnen mensen van het voetbal genieten. Op het moment dat ik een kaart of een penalty moet geven, krijg ik de aandacht. Dan roepen mensen: ‘Ja die scheids heeft te veel invloed.' Daarom zegt men ook vaak: ‘Als je niet weet wie er gefloten heeft, dan is het een goede wedstrijd geweest.’’
In ‘The Game’ zie je veel overleg tussen de scheidsrechter en de VAR. De VAR is nu een paar jaar aanwezig op het veld. Wat vind je van die ontwikkeling? Levert het voor jou vaak discussie op of voelt het als een fijne samenwerking?
‘Het helpt mij, omdat ik nu op bepalende momenten fouten zelf kan herstellen. De commotie van het publiek na de wedstrijd is er daardoor vaak minder. Een VAR checkt élk moment. Hij grijpt niet altijd in en geeft alleen advies. Het enige wat 'ie zegt is: ‘Goed gezien, je kan hervatten.’ Voor je eigen gevoel is dat fijn, dan weet je dat je het goed gezien hebt. Soms fluit ik en dan krijg ik heel veel commotie. Dan denk ik: ‘Ben ik nu de enige die het verkeerd ziet?’ Dan is het fijn dat een VAR zegt: ‘Prima gezien hoor, je kan gewoon doorgaan.’
‘Spelers weten er soms zo'n theater ervan te maken op het veld, dat ik moeilijk kan zien of het gemeend of gespeeld is. Ze vinden het dan nog gek dat we een verkeerde beslissing nemen. Dat blijf ik altijd nog het bijzondere vinden. Spelers worden nooit voor de camera geroepen als ze de scheidsrechter 'misleiden'.’
‘Door de komst van de VAR zijn spelers minder theater gaan spelen. Dat komt vooral als spelers blijven liggen en pijn hebben. Dat je tegen ze zegt; ‘De VAR heeft allang gekeken, je wordt niet eens geraakt.’ Dan kijken ze echt van: Oh, shit, er is een VAR.’