Een serie gesprekken met hoogleraren die ook na hun pensioen het onderzoeken niet kunnen laten. Deze week: Gevormd in een mannenwereld: Nel Velthorst. Nu zijn er al niet veel meiden die een exact vak gaan studeren, maar toen Nel Velthorst begon, was ze de enige. Cliché, maar waar. Het was het overweldigende enthousiasme van die ene, leuke leraar op de middelbare school dat Nel Velthorst (75) ertoe dreef scheikunde te gaan studeren. Tussen de jongens. Meisjes hielden blijkbaar niet zo van het exacte vak. Drie jaar boven en drie jaar onder Nel zat geen enkel meisje. Gevormd in een mannenwereld dus. “En dat is goed gegaan, mag ik wel zeggen”, zegt de emeritus-hoogleraar lachend.
Uiteindelijk werd ze de eerste vrouwelijke hoogleraar in een exacte wetenschap aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. “En daarbuiten waren er ook niet veel vrouwelijke profs”, weet Velthorst.
Nu is Velthorst nog pakweg drie dagen in de week op de VU te vinden. Vorig jaar was ze er zelfs vijf dagen, want toen werkte ze aan een boek over 75 jaar scheikunde aan de Amsterdamse universiteit. Dat soort werk is ook wat ze nu, tijdens haar ‘post-carrière’ graag en vooral doet: het promoten van haar favoriete bèta-vak. “Ik vind het belangrijk om te vertellen wat scheikunde inhoudt en wat het belang ervan is voor de maatschappij. Scheikunde draait namelijk niet alleen om knallen en explosies, hoewel veel mensen dat denken.”