Met deze week: ‘The Killing of a Journalist' van regisseur Matt Sarnecki, ’The Lost Leonardo’ van Andreas Koefoed, ‘Nick Cave & Warren Ellis: This much I know to be true' van Andrew Dominik en ‘Welcome to Chechnya’ (herhaling) van regisseur David France

The Killing of a Journalist (VPRO)

Nu online, donderdag 20 juli om 22.10 uur op NPO 2

Negen dagen na de moord op onderzoeksjournalist Ján Kuciak en zijn verloofde Martina Kusnirová op 15 februari 2018 zijn er overal in het land protestdemonstraties. Geschokte Slowaken tonen de wereld een groot zwart spandoek: ‘Een aanval op een journalist is een aanval op ons allen’.

Hun woede richt zich op de regering van premier Robert Fico, die sinds 2006 vrijwel permanent aan de macht is geweest. Onder zijn bewind is Slowakije, ogenschijnlijk een reguliere lidstaat van de Europese unie, afgegleden naar het niveau van een ordinaire maffiastaat, waar de rechtspraak en politie inmiddels grondig zijn gecorrumpeerd. Bovendien onderhouden hooggeplaatste figuren daadwerkelijk banden met de ‘Ndrangheta, de beruchte Italiaanse misdaadorganisatie.

De opdracht voor The Killing of a Journalist (100 min.) zou zijn gekomen van Marián Kocner, een maffioso in een net pak die hoogstpersoonlijk de vervlechting van onder- en bovenwereld belichaamt. Met een opgepoetst social media-profiel laat hij zijn medewerkster Alena Zsuzsová bijvoorbeeld politieke kopstukken benaderen. Als sexy verleidster verzamelt zij ‘kompromat’ van hen, die hij dan weer in stelling kan brengen tegen deze ‘eersteklas schapen’.

Vanwege BTW- en belastingfraude komt Kocner echter op de radar van de dossiervreter Kuciak. Dat zint hem duidelijk niet. ‘Ik vertel jou nu heel kalm dat ik bijzondere aandacht ga geven aan jou, je moeder, je vader en je broers of zussen’, voegt hij de journalist toe tijdens een telefoongesprek. In een indringende scène van deze documentaire van Matt Sarnecki is te zien hoe zijn ouders, Martina’s moeder en collega’s van Kuciak opnamen van de nauwelijks verhulde bedreiging aanhoren.

Het brute karakter van de huurmoord wordt nog eens gedemonstreerd met een video-opname van de politie, waarin de schutter zijn eigen daad reconstrueert op de plaats delict. Het team dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de huurmoord – een oud-politieman en een voormalige militair, met de eigenaar van een pizzeria als moordmakelaar – oogt als een Slowaakse unit van The Sopranos en opereert als een moordcommando dat ook zomaar in Nederland actief had kunnen zijn.

Want de moord vertoont tevens overeenkomsten met de liquidatie van Peter R. de Vries. Afgaande op deze ontluisterende film, waarin verhoren van de verdachten, confrontaties tussen hen en verklaringen van hun advocaten zijn opgenomen, is de situatie in Slowakije alleen nóg ernstiger omdat onder- en bovenwereld er echt nauwelijks meer van elkaar zijn te onderscheiden en de overheid dus ook geen middelen – of een belang – heeft om in te grijpen.

De woorden van de omstreden politiechef Tibor Gaspar, uitgesproken tijdens een persconferentie na de moord op Ján Kucian, krijgen tijdens het onderzoek een steeds pijnlijkere lading: ‘Het is misschien vreemd om te zeggen na zo’n gebeurtenis’, houdt hij zijn gehoor dan met een stalen gezicht voor. ‘Maar wij leven niet in een maffiastaat.’

The Lost Leonardo (VPRO)

Nu online, woensdag 19 juli om 22.05 uur op NPO 2

Nog geen 1200 dollar betaalden kunstjager Alexander Parish en handelaar Robert Simon in 2005 voor het schilderij dat ze aantroffen bij een veiling in New Orleans. Zou het van een leerling van Leonardo da Vinci kunnen zijn? Of zelfs – de twee durven er nauwelijks over te speculeren – een werk van de meester zelf? Dat lijkt vrijwel onmogelijk. Er is al ruim een eeuw geen échte Leonardo meer ontdekt. Bovendien blijft de herkomst van dit werk, dat rond 1500 moet zijn gemaakt, erg onduidelijk. Waar zou de Salvator Mundi dan al die tijd zijn geweest?

Al snel ontstaat er strijd rond The Lost Leonardo (100 min.). Allereerst over de authenticiteit van het schilderij, vervolgens over de verhandeling ervan. Daarbij komen de slinks opererende Zwitserse handelaar Yves Bouvier en de Russische oligarch Dmitry Rybolovlev, die zeker vijftig miljoen te veel lijkt te betalen voor het werk, bijvoorbeeld recht tegenover elkaar te staan. En als de Rus het schilderij van Da Vinci vervolgens in 2017 aanbiedt via veilinghuis Christie’s, gepresenteerd als ‘De Mannelijke Mona Lisa’, komt er nog een veel hogere prijs op tafel: 450 miljoen dollar.

Met direct betrokkenen, kunstkenners, handelaren, verzamelaars en Dianne Modestini, de restaurateur van ‘De verlosser van de wereld’, ontleedt documentairemaker Andreas Koefoed tot in detail de gekte, het opportunisme en de hebzucht rond het herontdekte meesterwerk, dat uiteindelijk in dubieuze private handen belandt. En zelfs dan blijft de vraag opspelen of het wel een echte Da Vinci is. Kenners van het wonderkind van de Italiaanse Renaissance kunnen het daar maar niet over eens worden.

Daarmee begeeft Koefoed zich met zichtbaar plezier op hetzelfde terrein als Oeke Hoogendijk in Mijn Rembrandt. Die film komt alleen nóg dichter bij de hoofdrolspelers en het bijbehorende upperclass-milieu en beziet de verwikkelingen bovendien met veel ironie. The Lost Leonardo heeft dan weer meer een politieke dimensie. Uiteindelijk wordt de Salvator Mundi onderdeel van een internationaal spel dat de onnavolgbare kunsthandel, die hier weer genadeloos te kijk wordt gezet, zonder moeite ontstijgt. En dan is het omstreden schilderij ineens ook weer verdwenen…

Nick Cave & Warren Ellis: This Much I Know To Be True (VPRO)

Nu online

De één gold een kleine veertig jaar geleden met de post-punkband The Birthday Party als de wildeman van de Australische muziek, de ander werd begin jaren negentig als voorman van het instrumentale trio The Dirty Three ‘de Hendrix van de viool’ genoemd. Toen Nick Cave in 1993 een violist nodig had voor een opname met zijn nieuwe band The Bad Seeds benaderde hij natuurlijk Warren Ellis. Die bleek een blijvertje.

‘Hij schikte zich in eerste instantie in een ondergeschikte rol en verfraaide gewoon wat we toch al deden’, vertelt Cave, ooit de ster van zijn eigen mockumentary 20.000 Days On Earth, in de (privé)concertfilm Nick Cave & Warren Ellis: This Much I Know To Be True (105 min.) van Andrew Dominik. ‘En vervolgens heeft hij gewoon één voor één de leden van The Bad Seeds eruit gewerkt. Ik ben de volgende op zijn lijst. Hij begint tegenwoordig ook steeds meer te zingen.’

Van zulke meligheid is uiteindelijk geen woord gelogen: Warren Ellis speelt allang geen tweede viool meer. Hij speelt sowieso lang niet altijd viool. De twee zijn volwaardige samenwerkingspartners geworden: in The Bad Seeds en het zijproject Grinderman. Als filmcomponisten voor producties zoals The Proposition, Andrew Dominiks The Assassination Of Jesse James By The Coward Robert Ford en de prachtdocu The Velvet Queen.

En onder de noemer Nick Cave & Warren Ellis. In die laatste hoedanigheid zijn ze ook te zien in deze film van Dominik, die Cave in One More Time With Feeling (2016) al eens portretteerde toen die rouwde om zijn overleden zoon Arthur. Deze docu is geen logisch vervolg – er zit overigens ook een film tussen: Cave’s stemmige solo-performance Idiot Prayer – en heeft ook niet zo’n topzware lading, maar voelt toch wel vergelijkbaar.

This Much I Know To Be True bestaat voor het leeuwendeel uit een privé-optreden, opgenomen in het voorjaar van 2021, waarin het illustere duo op gezette tijden wordt bijgestaan door een strijkkwartet, drummer en achtergrondkoor. De locatie, in Brighton en Londen, is uiterst sfeervol. Net als de ‘in your face’-registratie. Dynamisch, fraai uitgelicht en héél intiem. Alsof de twee alleen voor jou, en mij, optreden.

Dominik lardeert dit bezwerende geheel, ogenschijnlijk lukraak, met enkele scènes (de entree en spoken word-performance van een inmiddels erg broze Marianne Faithfull bijvoorbeeld) en losse interviewfragmenten (waarin Cave bijvoorbeeld vertelt over The Red Hand Files, een website waarop hij uitgebreid en zeer persoonlijk ingaat op vragen van fans). Die zijn soms best aardig, maar het is toch echt de muziek die ’t moet doen.

Met een uitgelezen selectie songs van het Bad Seeds-album Ghosteen (2019) en de Cave/Ellis-collaboratie Carnage (2021) creëren Nick Cave en Warren Ellis een soort sacrale atmosfeer, de perfecte manier om in tijden van quarantaine en lockdowns – of als je niet zo nodig onderdeel wilt zijn van een mensenmassa – tóch onderdeel te worden van een concert.

Welcome to Chechnya (VPRO)

Nu online, zaterdag 22 juli om 00.11 uur op NPO 2 (herhaling)

Je wordt opgepakt, gemarteld en moet minimaal tien soortgenoten verraden. En als je dan eindelijk wordt vrijgelaten, krijgt je familie het dringende advies om je te doden. Als praktiserend homoseksueel heb je immers geen enkel bestaansrecht.

Volgens David Isteev, de Crisis Response Coordinator van het Russische LGBT-netwerk en één van de hoofdpersonen van Welcome to Chechnya (107 min.) uit 2020, is dit de dagelijkse realiteit van LGBT’ers in Tsjetsjenië. Isteev fungeert als contactpersoon voor homo’s en lesbiennes die, vaak halsoverkop, het land moeten verlaten omdat ze hun leven niet meer zeker zijn.

Als de dictator van de Russische deelrepubliek, de brute Poetin-vazal Ramzan Kadyrov, hierover wordt bevraagd door een buitenlandse interviewer, ontkent die echter in alle toonaarden. ‘Dat is onzin. Zulke mensen hebben we hier niet. We hebben hier geen homo’s. En als ze er wel zijn, neem ze dan maar mee naar Canada. Zodat wij, God zij geprezen, ons bloed kunnen zuiveren.’

Het gevolg van die attitude laat zich raden: in heel het land worden homo’s in elkaar getrimd door opgeschoten jongeren, die hun eigen mannelijkheid menen te moeten bewijzen. Met hun mobieltjes leggen ze die heldendaden vast. Deze walgelijke filmpjes fungeren in deze unheimische documentaire als steeds terugkerende waarschuwing: zo lelijk en gevaarlijk is homohaat dus.

Binnen die beklemmende atmosfeer, waarbij je als LGBT’er voortdurend over je schouder moet kijken, stellen David Isteev en zijn onverzettelijke kompaan Olga Baranova hun leven in de waagschaal om lotgenoten te helpen. Vanuit een safe house, op een geheime plek in Moskou, proberen ze hen naar een nieuw leven te begeleiden, ‘somewhere’ in de wereld.

Waar ze zich veilig kunnen voelen – en hopelijk ook zijn (want de armen van Poetin, Kadyrov en hun handlangers zijn langer dan je denkt). Filmmaker David France observeert, soms met verborgen camera, hoe zulke ingrijpende operaties, waarbij de vluchtelingen vrijwel alles wat hen dierbaar was moeten achterlaten, worden voorbereid en uitgevoerd. Alle betrokkenen zijn bovendien met revolutionaire deepfake-technologie onherkenbaar gemaakt.

Één klein foutje en alle betrokkenen verdwijnen echter voor onbepaalde tijd achter de tralies. Of erger. Een mens zou van minder paranoïde worden. Welcome to Chechnya weet die permanente angst uitstekend invoelbaar te maken. Het is de angstaanjagende wereld waartoe Russische gays tegenwoordig zijn veroordeeld.