3Doc:

Nao 't Zuuje

BNNVARA

Het is de droom van iedere man in het zuiden: ooit Prins Carnaval worden van je eigen dorp of stad. In 2017 overkwam het BNNVARA-presentator Lex Uiting in Venlo. 'Noa 't Zuuje' gaat over de verbinding en verbroedering, die laat zien wat carnaval, in Limburg ook wel 'Vastelaovend' genoemd, nou écht betekent.

Boven de grote rivieren staat carnaval bij velen bekend als een periode waarin de combinatie van overmatig alcoholgebruik en platte liedjes leiden tot wangedrag en spijt achteraf. De documentaire 'Nao ’t Zuuje' van regisseur Rob Hodselmans laat echter een andere kant van het feest zien.

In 'Nao ’t Zuuje' gaan deuren open die tot nu toe altijd gesloten bleven en stapt de kijker letterlijk in de schoenen van Lex Uiting. Hij ontmoet tijdens het grote volksfeest vijf typisch Venlose personages met een eigen verhaal en brengt zo in beeld waar het echt over gaat. Van oudere generaties die lange tradities in stand houden, tot de nieuwe jonge garde die in die tradities stapt en ook nieuwe tradities creëert.

Regie: Rob Hodselmans

'Zie de sociale snelkookpan die Limburg komend weekend is'

In gesprek met Lex Uiting

Tekst: Stefan Kruszel

De film was een idee van presentator en zanger Lex Uiting. Hij was vorig jaar Prins van Venlo en zag hierin een uitgelezen mogelijkheid om aan Nederland te tonen waarom hij zo van dit feest houdt. Hij benaderde de veel gelauwerde filmmaker en mede-Limburger Rob Hodselmans met de vraag of hij het camerawerk en de regie wilde verzorgen.

Aangezien Hodselmans zelf fervent vastelaovendvierder is zag hij het aanvankelijk echter niet zitten om tijdens deze dagen te moeten werken. Maar toen Uiting hem vertelde dat hij de Prins van Venlo zou worden en Hodselmans hem hierbij van dichtbij zou kunnen volgen was ook hij overtuigd dat dit een unieke gelegenheid zou kunnen zijn om de rest van Nederland uit te leggen wat vastelaovend nou eigenlijk inhoudt.

Lex Uiting

Waarom moest deze film er komen?
‘Wij vieren elk jaar zo’n mooi feest in Limburg waar socialiteit en creativiteit centraal staat. Ik had nog nooit een film gezien waarin goed werd uitgelegd waar carnaval nou eigenlijk in essentie over gaat. Dus ik vond dat het tijd werd.’

Dus de film is gericht aan mensen buiten Limburg en Brabant?
‘We zijn vooral heel dicht bij onszelf gebleven en daardoor denk ik dat de film heel herkenbaar is voor Limburgers en Brabanders. Maar het is ook om boven de grote riolen te laten zien: dit is wat wij elk jaar beleven en dit betekent het voor mensen.’

Want weten mensen boven de grote rivieren dat niet?
‘Ik heb niet per se de drang om de vooroordelen van carnaval te weerleggen maar er is wel een heel groot verschil tussen het carnaval dat landelijk media-aandacht krijgt en de vastelaovend die wij vieren. Ook dit jaar zag je dat bijvoorbeeld De Wereld Draait Door weer uitpakt met André van Duin. Dat heeft echt niets te maken met hoe wij het in Venlo beleven met onze eigen liedjes in onze eigen taal. Bij ons gaat bijvoorbeeld ook niemand verkleed als politieagent.’

Want wat houdt carnaval of vastelaovend volgens jou dan in?
‘Ik noem de vastelaovend ook wel eens 'de hoogmis van de zelfreflectie'. In een decor van verkleden, feest en alcohol kun je even drie dagen al je zorgen vergeten. Carnaval is dan een heerlijke marathon van relativering, maar ook van zelfreflectie. Vanachter een masker praat je veel makkelijker over jezelf en geef je je dus eigenlijk makkelijker bloot. Daardoor kom je met veel meer mensen echt in contact waardoor je ook voor jezelf beter duidelijk krijgt: ‘waar sta ik en waar wil ik eigenlijk naartoe met dit mooie, ingewikkelde leven?’’

Tekst gaat verder onder de afbeelding

'In een decor van verkleden, feest en alcohol kun je even drie dagen al je zorgen vergeten.'

De schijnbare paradox van het verkleden maar jezelf toch blootgeven is ook mooi terug te zien in de documentaire. De personages vertellen wat de vastelaovend voor hen betekent en dit gaat bijna zonder uitzondering gepaard met veel emoties. Ook voor Lex Uiting zelf is de vastelaovend een emotioneel feest. Hij werd in 2017 benoemd tot prins van Venlo en zijn broer en beste vriend werden zijn twee adjudanten. Dat deze functies veel betekenen in Limburg is in de film duidelijk te zien.

'Vastelaovend vieren is voor mij ook heel erg teruggaan naar je ‘roots’ en naar de kern van wie je bent. Ik woon dan wel in Amsterdam maar in de kern ben ik nog steeds een Venlonaar en Limburger. Vastelaovend is het vieren van het kleine en lokale, van je ouders, familie, je buurt, je vrienden. Als je dan de hoogste functie krijgt die er in de kern van je opvoeding bestaat dan is dat inderdaad heel emotioneel.'

'Mijn vader zei: ‘ik heb een aantal maanden geleden een lintje gekregen van de koning maar dat is onvergelijkbaar met wat ik nu voel en hoe trots ik ben dat mijn twee zoons het hoogst haalbare dat er te halen is in Venlo mogen meemaken voor een jaar.’ Ondanks dat het gewoon een toneelstukje is, geeft dat wel aan hoe groot de eer is.'

'Ik woon dan wel in Amsterdam maar in de kern ben ik nog steeds een Venlonaar en Limburger.'

Wat houdt het precies in om prins te zijn?
'Vanaf het moment dat je prins bent ben je boegbeeld en aanjager van het feest. De prins gaat voorop met achter zich aan zijn onderdanen, de burgers van de stad. De bedoeling is om iedereen bij het carnaval te betrekken: jong – oud, arm – rijk, dik – dun, zwart – wit… om echt een soort verbindende factor te zijn in die gemeenschap die op sommige momenten best wat scheurtjes vertoont. Denk aan de problemen waar elke stad mee te kampen heeft: discriminatie, armoede etc.'

'Met carnaval probeer je iedereen bij elkaar te brengen. Dat kan op verschillende manieren, en ik heb dat onder andere geprobeerd met het liedje dat ik heb uitgebracht, ‘Nao ’t zuuje’. Ik had ook een persoonlijk verhaal dat ik daarmee wilde uitdragen: ga er vooral op uit. Ontdek de wereld. Maar blijf in je hart altijd wie je bent, leun op je ‘roots’ en wees daar trots op.'

Hoe word je prins? Geef je jezelf op?
'Nee, dat is echt uit den boze. De voorzitter van de carnavalsvereniging Jocus is tevens de vorst en hij bepaalt wie hij benadert om prins te worden. Hij zoekt dan in het diepste geheim contact met de beoogde hoogheid, en die mag vervolgens één dag nadenken of hij het doet. Voor zover ik weet heeft nog nooit iemand bedankt voor die eer.'

Er is ook kritiek geweest op jouw benoeming toch?
'Ja, het is de traditie dat de prins van Venlo daar ook geboren en woonachtig is. Ik woon in Amsterdam en dat viel bij één iemand verkeerd. Deze heeft toen een ingezonden brief gestuurd naar De Limburger. Die hebben dit vervolgens veel groter gemaakt dan het eigenlijk was. Vervolgens zijn allerlei landelijke media daarbovenop gedoken. Maar het was een storm in een glas water en uiteindelijk heeft een onderzoek onder Venlonaren uitgewezen dat 97% wel achter de keuze voor mij als prins stond.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding

'Uiteindelijk heeft een onderzoek onder Venlonaren uitgewezen dat 97% achter de keuze voor mij als prins stond.'

Heb je de komende carnaval ook nog verplichtingen?
'Nee, volgens mij niet. Ik ben op 18 november afgetreden tijdens de pronkzitting en nu is het aan prins Herm I om het ‘Jocus-Riek’ (Venlo tijdens de vastelaovend, red.) te leiden. Gelukkig maar, want die constante aandacht is best wel vermoeiend, haha.'

Heb je een favoriet carnavalsliedje?
'Ik houd heel erg van de oude klassieke carnavalsliedjes. In die liedjes worden alledaagse dingen op een bijna poëtische manier bezongen. Zo heeft Frans Boermans het liedje ‘Joetse jatse’ met de zin: hônger kinste boëte kriege, aete môste toës (honger kun je buiten krijgen, eten moet je thuis, red.). Dat liedje gaat gewoon over vreemdgaan maar zegt tegelijkertijd veel meer.'

Wat zou je willen zeggen tegen mensen die nog nooit carnaval hebben gevierd?
'Kijk deze film en ontdek een wereld die je nog niet kende en die anders blijkt te zijn dan je dacht, vol van tradities en eigen liedjes en pekskes (carnavalspakjes, red.) en sociale saamhorigheid. De film laat zien wat voor een sociale snelkookpan Limburg komend weekend weer is en hoe mooi het leven gevierd wordt.'

'Ontdek een wereld vol van tradities en eigen liedjes, pekskes (carnavalspakjes) en sociale saamhorigheid.'

Meer over carnaval of 'vastelaovend'

Carnaval, of in Limburg vastelaovend, zijn in de katholieke traditie de drie dagen voorafgaand aan Aswoensdag, het begin van de vastentijd. Tijdens deze drie dagen mag het volk zich in vermomming nog even helemaal laten gaan, waarna een periode van 40 vastendagen aanbreekt waarin slechts ruimte is voor matiging en bezinning.

Datum
De datum waarop carnaval gevierd wordt hangt samen met de datum waarop Pasen valt. Dit moest volgens het concilie van Nicea gevierd worden op de zondag na de eerste volle maan in de lente. Veertig vastendagen eerder (zondagen tellen niet mee als vastendagen) is Aswoensdag, de dag volgend op de drie dagen van carnaval. Pasen kan op zijn vroegst op 22 maart vallen en op zijn laatst op 25 april. Als gevolg daarvan begint de vroegst mogelijke carnaval op 1 februari; de laatst mogelijke datum is 9 maart.

Herkomst
De naam Carnaval komt waarschijnlijk van het Italiaanse carne levare, het wegnemen van vlees. Carnaval was het laatste moment dat men zich tegoed kon doen aan vlees en 'luxe' etenswaren voordat men gedurende de vastenperiode moest volstaan met uitsluitend het broodnodige. Op carnavalsdinsdag, ook wel Vette dinsdag of vastenavond genoemd, werd al het eten dat nog in voorraad was opgegeten omdat het anders zou bederven. Al in de 10e eeuw na Christus werd een afgeleide van de naam carnaval al gebruikt. 

Een bepaalde vorm van carnaval zoals dit nu nog gevierd wordt in veel katholieke gebieden is een van oorsprong heidens ritueel dat pas tijdens de middeleeuwen gekerstend werd. Het gaat traditioneel om een omkeringsritueel waarbij de burgers voor enkele dagen de macht overnemen van de autoriteiten en waarbij de geldende gedragsnormen voor even niet gelden. In het carnaval zoals dit vandaag de dag in de katholieke delen van Nederland gevierd wordt bestaat deze traditie nog steeds. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de sleuteloverdracht waarbij de burgemeester de sleutel tot de stad, en daarmee symbolisch de heerschappij, overdraagt aan de carnavalsprins. 

Rijnlandse- versus Bourgondische carnaval
Binnen Nederland bestaan er soms grote verschillen tussen de manieren waarop in bepaalde steden of regio's carnaval gevierd wordt. Grofweg zou men kunnen zeggen dat er in Limburg en het oostelijke deel van Noord-Brabant carnaval gevierd wordt in de traditie van het Rijnlandse carnaval. In het westelijke deel van Noord-Babant viert men Bourgondisch carnaval.

Het Rijnlandse carnaval heeft zijn oorsprong in het gebied dat nu bekend staat als de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, met de stad Keulen als belangrijkste centrum. Deze vorm van carnaval kenmerkt zich door heel veel kleur en uitbundige verkleedpartijen. De kleuren rood-geel-groen zijn de universele kleuren van dit carnaval.

Het Bourgondische carnaval vindt haar oorsprong in de tijd van de Bourgondische Nederlanden tijdens de late middeleeuwen. Deze vorm van carnaval kenmerkt zich door grote eetfestijnen en het dragen van oude kleren, zoals de boerenkiel, met diverse attributen.

'Nao 't Zuuje' in de media