Remy van den Brand (VPRO), 2007
Een serie gesprekken met hoogleraren die ook na hun pensioen het onderzoeken niet kunnen laten. Deze week: 'Ik kan helemaal niks anders'. Hans Bloemendal is 83 jaar oud. Maar dat betekent niet dat hij zijn dagen slijt met in de tuin werken of gluren vanachter de begonia’s. Hij komt nog vijf dagen in de week naar de Nijmeegse Radboud Universiteit. “Ik kan helemaal niks anders.”
Sinds z’n promotie in 1957 doet Bloemendal al onderzoek aan de eiwitten in de menselijke ooglens. Dat hij al bijna twintig jaar met emeritaat is, maakt de biochemicus niks uit. Sterker nog, eigenlijk vindt hij het belachelijk dat hij met z'n 65ste verplicht met pensioen moest. "Het staatshoofd wordt toch ook niet per se op z'n 65ste seniel." Gelukkig heeft Bloemendal dankzij zijn ‘lieve vakgroep’ nog altijd een eigen, ruime kamer aan de universiteit in Nijmegen. Hij zit er dagelijks, van negen tot vijf. En hij publiceert nog steeds. Zij het niet meer met zulke regelmaat als vroeger. En in het weekend, dan zingt Hans Bloemendal. Behalve wetenschapper is hij oppervoorzanger bij de Joodse gemeente in Amsterdam en heeft in die hoedanigheid meerdere cd’s uitgebracht. Zo lang hij kan, gaat hij door, zowel met zingen als met onderzoek.