Jair Stein (VPRO)
“Niks menselijks is de onderzoeker vreemd. Ze strijden om de eer en om het geld. En reageren wat dat betreft niet anders dan onze neven en nichten de primaten. Als er ergens om gestreden moet worden, kan dat hevig zijn.” Aldus hersenonderzoeker Michel Hofman in deel vijf van de serie Ellebogenwerk.
“De eerste keer dat je een manuscript naar een tijdschrift stuurt, is iets dat beklijft.” Michel Hofman, onderzoeker aan het Amsterdamse Instituut voor Neurowetenschappen, heeft de commentaren op zijn eerste stuk dan ook bewaard. Dat stuurde hij naar het vooraanstaande tijdschrift Science, maar de redactie wees het af. Een van de collega-onderzoekers die het voor publicatie had gelezen, gaf een verwoestend oordeel. “Ik weet niet hoe Hofman tot zijn bevinding is gekomen, maar misschien heeft hij gelijk en waren alle voorgaande studies verkeerd.” Niet lang daarna verscheen echter een zelfde soort publicatie in Science, met zinsnedes die wel erg leken op die uit het (niet gepubliceerde) artikel van Hofman. Was Hofman bestolen en belazerd, door de vakgenoot die zijn studie eerder had afgewezen? Een door de man getypte brief wees wel in die richting. De letters daarop leken verdacht veel op die in het verwoestende commentaar. Waren beide brieven van dezelfde typmachine afkomstig? “Het zou kunnen.” Desalniettemin blijft de relatie tussen beide wetenschappers goed, zegt Hofman. Zijn collega – en concurrent – op de man af vragen of hij het was, die hem beduvelde, doet hij niet. “Hij zou het toch ontkennen. En bovendien: het bleek niet de laatste keer te zijn. Inmiddels heb ik een stapel aan slechte kritieken over me heen gekregen. Je raakt eraan gewend.”