Het tweeluik ‘Leaving Afghanistan’ gaat over de vraag waarom twintig jaar Westerse aanwezigheid in het land op een chaotisch vertrek is uitgelopen. Hoe kijkt een 27-jarige Afghaanse die in die chaos moest vluchten daarnaar? ‘De Amerikanen kwamen om wraak te nemen, en dat hebben ze gedaan.’

In een Haagse buurt waar je mensen ziet met wortels in allerlei windstreken, woont sinds een paar weken ook Amina Rezaie (27) uit Afghanistan. Haar net gerenoveerde huurappartement is groot en leeg. Alleen in de keuken staan twee stoelen en een tafel met een bos bloemen erop. Gekregen van een van haar collega’s bij internationale hulporganisatie Cordaid, waar ze op de financiële administratie werkt.

Ze schenkt thee in, maar zal haar eigen mok twee uur lang niet aanraken terwijl ze vertelt wat haar is overkomen, af en toe met tranen in haar ogen.

Ik heb haar gevraagd vóór dit gesprek het tweeluik Leaving Afghanistan te kijken, een documentaire waarin enkele Afghaanse, maar vooral Amerikaanse kopstukken de balans opmaken van twintig jaar westerse aanwezigheid in Afghanistan. Hij draait vooral om de beslissingen die uiteindelijk geleid hebben tot het chaotische vertrek van de Amerikanen en hun bondgenoten. Een vertrek dat gepaard ging met een snelle machtsovername door de Taliban, de vijand die ze indertijd kwamen verslaan.  

Amina Rezaie in haar nieuwe huis

Halfzijdig verlamd
Hoe kijk je daarnaar als het zo’n beetje je hele leven heeft bepaald? Amina was zes toen de Amerikanen kwamen, vertelt ze. ‘Ik vond het opwindend om ze door de straten van Kaboel te zien lopen, grote mannen met wapens. Aan de periode daarvoor heb ik weinig herinneringen, maar mijn moeder heeft er wel veel over verteld.’

‘Voor haar was dat een heel moeilijke tijd. Mijn vader was toen al een paar jaar halfzijdig verlamd, omdat hij door een kogel in zijn hoofd was geraakt, dus zij was de kostwinner van ons gezin. Maar onder de Taliban mocht je als vrouw niet in je eentje over straat. Het was bijna onmogelijk zo te leven. Je kunt je wel voorstellen dat ze heel blij was toen de Amerikanen kwamen. Zoals alle vrouwen. Eindelijk vrij!’

Voor Amina betekende die nieuwe vrijheid dat ze een heel andere jeugd had dan haar ouders. ‘Ik kon naar school, en daarna studeren aan een Amerikaanse universiteit in Bangladesh, waar ik een major in politieke en sociale wetenschap deed, met een minor development studies. Ik wilde me gaan inzetten voor vrouwenrechten.’

Tekst gaat verder onder afbeelding

Amerikaanse militairen kwamen in 2002 naar Afghanistan en bleven bijna twintig jaar aanwezig.

'Ik kreeg geen lucht meer'
Dat werken aan vrouwenrechten leek te lukken, want Amina werd drie jaar geleden aangenomen bij Cordaid. Het was de bedoeling dat ze naar provincies in het land zou reizen om vrouwen te interviewen die geen toegang tot onderwijs kregen, als kind uitgehuwelijkt waren of mishandeld werden. ‘Maar de situatie was toen al te onveilig, dus ik kwam Kaboel niet uit. Ik kon toen al niet echt doen waarvoor ik was opgeleid. En nu al helemaal niet meer.’

Ze vond het confronterend om de documentaire te zien, zegt ze. ‘Mensen die vertellen wat er is gebeurd en welke beslissingen er werden genomen, daar kan ik wel naar kijken. Het meeste wat ze zeiden wist ik ook al wel. Maar er zitten ook beelden in van de chaos bij het vliegveld van Kaboel. Het lukte me niet om daar in m’n eentje naar te kijken. Ik merkte dat mijn hart als een razende tekeerging. Ik kreeg geen lucht meer. Dus de rest heb ik vanmiddag op kantoor gezien, met mensen om me heen.’

Die chaos, daar zat zij in augustus 2021 middenin. Op de 15e viel Kaboel in handen van de Taliban en vijf dagen later kreeg Amina ’s middags een telefoontje van Cordaid: onmiddellijke evacuatie, want iedereen die iets met vrouwenrechten te maken had, liep groot gevaar. ‘Ik nam met mijn ouders en zusje een taxi, maar die liep al snel vast in de drukte. We gingen lopend verder, terwijl we onze vader droegen.’

Emotioneel vertelt ze hoe ze de hele nacht muurvast zaten in de menigte die het vliegveld probeerde te bereiken, en het de volgende ochtend wilden opgeven, maar geen kant op konden. Uiteindelijk wist ze met haar zusje toch de poort te bereiken, maar daar werden ze geweigerd omdat ze niet de juiste papieren konden laten zien. Alleen mensen met Amerikaanse paspoorten mochten erdoor. Verslagen kwamen ze thuis, waar hun ouders al bleken te zijn.

'Mijn moeder zei: jij hebt deze kans. Laat hem niet voorbijgaan vanwege ons. Ga.'

Amina Rezaie

Zonder familie
Amina: ‘De volgende dag kregen we weer een telefoontje van Cordaid. Het plan was veranderd. Wie niet getrouwd was, moest alleen komen, zonder familie. “Als je dat aanvaardt, regelen we het voor je. Anders moet je in Afghanistan blijven.” Dus ik praatte weer met mijn familie, ik voelde me vreselijk, wat moest ik doen? Want in mijn geval is het anders dan bij anderen. Zij hebben een vader die voor het gezin kan zorgen. Maar mijn moeder zei: jij hebt deze kans. Laat hem niet voorbijgaan vanwege ons. Ga.’

‘Het was de grootste beslissing van mijn leven. Ik ging zonder familie, in de vroege ochtend van 23 augustus bracht mijn moeder me naar het kantoor van Cordaid – want alleen over straat gaan als vrouw was te gevaarlijk - en van daar ging ik met mijn collega’s per bus verder. Eerst had ik nog ik afscheid genomen van mijn vader. Hij omhelsde me en huilde veel, want misschien was het de laatste keer dat we elkaar zagen. Hij kon dat niet zeggen, maar we begrepen het allebei.’

Ook deze poging om het vliegveld te bereiken verliep moeizaam. Na de hele dag gewacht te hebben, waadden Amina en haar collega’s door een rivier om door een Nederlandse soldaat het luchthavengebied in getild te kunnen worden. Via Islamabad en Turkije vlogen ze vervolgens naar Nederland.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Augustus 2021: chaos bij het vliegveld. Deze mensen beklimmen een muur om binnen te komen.

Een jaar in kampen
Het was een traumatische ervaring, zegt ze. ‘De eerste week na aankomst was ik in shock. En hoewel ik nu ook depressief ben, was ik toen echt in een andere toestand. Ik kon niet loslaten wat ik net had doorstaan. Ik sprak niet met mijn familie, het enige wat ik ze stuurde was “Ik ben in Nederland”.’

Geëvacueerd of niet, in Nederland werd ze behandeld als iedere andere asielzoeker. Een jaar lang verbleef ze in verschillende kampen: Harskamp, Heumensoord, Amsterdam en Zoetermeer. En nu heeft ze dus een eigen woning, groot en leeg.

Maar we moeten het over de documentaire hebben. De Amerikanen en anderen die kwamen, zelf duizenden levens verloren en honderdduizenden andere mensen doodden en uiteindelijk weer vertrokken. Allemaal voor niets?

Amina: ‘Dat kan ik niet zeggen. Maar ik weet wel: ze kwamen niet om ons een beter leven te geven. Ze kwamen om wraak te nemen voor 9/11, en dat hebben ze gedaan. Daarbij hebben ze met de levens van miljoenen Afghanen, met het hele land gespeeld. Onze regering stond helemaal onder controle van de VS. Wat de Amerikanen maar wilden, dat kregen ze. En daarna vonden ze het tijd om te gaan, dus gingen ze gewoon weg.’

'We hadden ons land kunnen leiden, als we de kans hadden gekregen. We hadden de Taliban kunnen verslaan.’

Amina Rezaie

Vijfduizend gevangenen
‘Ze zijn vertrokken op een manier die ons geen kans gaf. Wat je in de film ziet, is dat de Amerikanen een vredesverdrag sloten met de Taliban, zonder dat de Afghaanse regering daar partij in was. De Taliban eisten dat eerst vijfduizend van hun leiders uit de gevangenis vrijgelaten werden en ze kregen hun zin.’

‘Onze regering werd vervolgens door de VS gewaarschuwd om die vrijgelaten Talibanleiders niet te doden, ook niet toen ze gebieden begonnen te veroveren. Want dan zou de deal niet kunnen doorgaan. Daar zag je weer dat de VS de Afghaanse regering helemaal in z’n macht had. We hadden ons land kunnen leiden, als we de kans hadden gekregen. We hadden de Taliban kunnen verslaan.’

‘Met die onderhandelingen in Doha leek het wel alsof Trump en Biden alles wat in twintig jaar was bereikt gewoon overboord gooiden. We hadden enorme vooruitgang geboekt in onderwijs, in de economie, vrouwenrechten… we hadden een democratie. Dat is nu allemaal weg. En de wereld blijft stil.’

'We hadden ons land kunnen leiden, als we de kans hadden gekregen. We hadden de Taliban kunnen verslaan.’

Amina Rezaie

Niets meer om voor te leven
Een jaar na haar vlucht is Amina’s familie nog steeds in Kaboel. Ze heeft een verzoek tot gezinshereniging ingediend, ook al geeft ze dat weinig kans. ‘Je bent niet onder de achttien, zeggen ze, dus je bent onafhankelijk. Gezinshereniging is voor een echtgenoot of kinderen. Maar het is mijn enige hoop. Want ze zijn daar niet veilig.’

‘Ze kunnen daar niet leven omdat mijn vader gehandicapt is en er verder geen man in huis is. En omdat mijn zeventienjarige zusje het huis niet meer uitkomt nu ze niets meer heeft om voor te leven. Ze was vrolijk en ondeugend, deed fotoshoots, wilde stewardess worden. Nu is ze alleen maar depressief.’

‘Maar er is nog iets. Wij zijn Hazara, een minderheid die door de Taliban wordt gehaat. Ze slaan ons, vermoorden ons. Het is genocide. Als mijn ouders en mijn zusje zich in Nederland melden, komen ze in aanmerking voor de vluchtelingenstatus. Maar dat kunnen ze pas doen als mijn verzoek wordt goedgekeurd.’

Ze overdrijft niet, blijkt kort na ons gesprek. Bij een zelfmoordaanslag op een onderwijsinstituut in Kaboel komen meer dan vijftig meisjes en jonge vrouwen om.  ‘Veel inwoners van het gebied waar de aanslag plaatsvond, behoren tot de Hazara, een grotendeels sjiitische minderheid in Afghanistan’, schrijft de NOS.

Amina probeert intussen zichzelf zo ver te krijgen dat ze echt aan haar leven in Nederland kan beginnen, maar het lukt nog niet erg. ‘Ik heb nog steeds niet geaccepteerd dat ik hier lang zal blijven. Ik werk drie dagen per week, in elk geval tot december, en de rest van de tijd ben ik alleen maar moe. Ik wil Nederlands gaan leren. En ik moet dit huis inrichten, maar ik zie niet in hoe dit mijn thuis kan worden. Niet zonder mijn familie.’

Bijdragen aan Nederland
‘Ik denk altijd aan ze. En kijk om je heen. Ze passen makkelijk in dit huis, en ik kan ze onderhouden. Mijn zusje kan ook gaan werken en studeren. We kunnen aan dit land bijdragen, zolang we niet terug kunnen naar ons eigen land. Want ik zou niets liever willen dan dat.’

‘Weet je, mijn moeder zei afgelopen zondag tegen me dat ze heel bezorgd is over mijn zusje. Als ze haar vraagt om iets in het huishouden te doen in plaats van de hele tijd bezig te zijn met haar telefoon, dan dreigt ze weg te lopen. Met mij praat ze niet, omdat ze mij kwalijk neemt dat ik ben weggegaan, maar tegen mijn moeder zegt ze dat ze het leven niet meer ziet zitten. Dat nemen we serieus, want we hebben al vaak gehoord over meisjes die suïcide hebben gepleegd. Ze willen niet meer leven in die situatie.’

‘Ik kan inzien dat het misschien tijdelijk is, heel misschien, maar voor mijn zusje voelt het allemaal uitzichtloos. Ze heeft toegang tot sociale media, dus ze kan zichzelf voortdurend vergelijken met meisjes in Europa of de VS. Ze ziet mensen die net als ik geëvacueerd zijn, maar dan met het hele gezin. Leeftijdgenoten die nu in veilige landen leven. Ze is in vrijheid opgegroeid, dat maakt het onverteerbaar.’