De slag om Nederland
De lelijkste plek van Nederland
Wat is de lelijkste plek van Nederland? Naast de ongelofelijk mooie plekken die Nederland kent, is er ook een hoop lelijks. De slag om Nederland ging op zoek naar deze lelijke plekken. Honderden plekken werden aangemeld en er is duizenden keren gestemd op de 10 genomineerden. De nummers 10 tot en met 6 worden bekend gemaakt en de makers onderzoeken hoe het komt dat deze plekken zo lelijk zijn geworden, wie er verantwoordelijk is en of er ook iets tegen de lelijkheid gedaan gaat worden.
De genomineerden, in willekeurige volgorde:
Het Scheringa-museum in Opmeer. Een onaf, gigantisch gebouw, ooit bedoeld om de inmiddels verkochte collectie van Dirk Scheringa te huisvesten. Schuldeisers hebben er een hek om gezet, in de hoop ooit nog geld te trekken uit de leegstaande kolos.
De Brinkmann-passage in Haarlem. In het hart van het centrum van Haarlem ligt een totaal verlaten en verloederde winkelpassage. Tegen de eeuwenoude gevel is een onooglijke pui geplaatst. Lang geleden kon men hier winkelen, ijsjes kopen en naar de bioscoop, nu is het een hangplek voor zwervers.
Het Raadhuisplein in Haren (GR). Exemplarisch voor bijna alle pleinen in Nederland. Een plein dat zonder enige regie in elkaar gezet is. Al het groen is verdwenen, een nationale bank mocht haar gevel oranje verven en om dat weer een beetje te verbergen is er schaamgroen voor geplaatst in de vorm van enkele niet bloeiende lindebomen. Een tochtgat met een nieuw gemeentehuis dat aan de Franse Zuidkust niet had misstaan.
De woontorens in de wijk Nesselande, Rotterdam. Vanuit het dorpje Zevenhuizen, aan de rand van het Groene Hart, ziet men langzaam de grote stad naderen. Hoogbouw verpest het ooit zo landelijke vergezicht over de Eendrachtspolder.
Het Marconiplein in Eindhoven. Midden in een woonwijk ligt een verwaarloosd terrein met leegstaande panden. Het plein is aangekocht door een projectontwikkelaar, maar wordt gebruikt door een sloopbedrijf dat er zijn materiaal dumpt. De projectontwikkelaar gaat voorlopig nog niet bouwen vanwege de crisis.
De IJsselhallen in Zwolle. In deze voormalige veehallen was het ooit een drukte van belang: veehandel en popconcerten werden met elkaar afgewisseld. Inmiddels zijn de hallen en hun omgeving een dooie plek met een onnodig hek eromheen. De graffiti in de straten eromheen maakt het er niet mooier op.
Bos en Lommer Plein. Eigenlijk geen plein, maar een gapend gat tussen hoogbouw waar geen enkel bankje, laat staan iets groens te vinden is. Het stadsdeel dat om de hoek zit, zou dat ook moeten zien. Wie zich voorneemt rondom het plein te gaan wandelen op zoek naar iets moois, komt bedrogen uit. Over de A10 is hoogbouw gebouwd waar het fijnstof je om de oren vliegt.
A2 rondom Den Bosch. Een creatieve geest bij Rijkswaterstaat heeft bedacht om de transparante geluidswal langs de snelweg een felgele kleur te geven zodat automobilisten licht hallucinerend de polder in kunnen kijken. Om het af te maken zijn de palen van de verkeersinformatie in gelijkgestemde kleuren meegeschilderd.
Centraal Station in Zoetermeer. Aan weerszijden van de A12 heeft Zoetermeer zijn belangrijkste stations liggen. Maar aan welke kant men het station ook verlaat, een woeste betonnen vlakte zal eerst overgestoken moeten worden. Beide lelijke plekken worden verbonden met een nog lelijkere brug, die de naam van Nelson Mandela heeft gekregen. Wie in Zoetermeer durft uit te stappen is een held, zal de gedachte geweest zijn.
Winkelcentrum Stokhorst in Enschede, wacht al jaren op nieuwbouw. Het winkelgebied heeft door leegstaande gebouwen meer weg van een spookstad. De hekken om het gebied, maken Stokhorst tot een No Go-area.