Was het moeilijk om op bepaalde plekken te filmen en vroeg u altijd toestemming aan mensen om te filmen?
"Het was heel moeilijk. Op een gegeven moment stopte ik echter met vragen en rekende op het feit dat wanneer je een vraag stelt aan iemand diegene de neiging heeft om te antwoorden. Deze neiging hebben we bijna allemaal. We werden ook een keer aangevallen door kolonisten in de buurt van Itshar in het noordelijke gedeelte van de Westelijke Jordaanoever. Onze apparatuur werd gestolen en onze cameraman werd geslagen met een ijzeren staaf. Dat was heel heftig. Een andere keer ging ik filmen in een vallei en toen ik terug kwam bij mijn auto was deze helemaal kapot. Uitingen van geweld zijn een aantal extreme kolonisten niet vreemd maar de overgrote meerderheid zijn goede mensen. Helaas zijn het vaak de extremisten, zoals we in andere gevallen ook zien, die bepalend zijn voor het beeld dat van hen ontstaat."
Hoe ziet u de toekomst van de Westelijke Jordaanoever en Israël-Palestina in het algemeen?
"Films gaan de wereld niet veranderen, maar ik hoop dat film mensen wel inspireert. Het is niet één film, het is niet één persoon, we zijn niet alleen, maar het heeft wel impact op mensen en dat is hoe dingen veranderen. Ik poog niet een oplossing te geven want dat is niet mijn taak. Ik ben geen politicus, ik heb mijn eigen visies en ik denk dat zolang er geen tweestatenoplossing is we op weg zijn naar een catastrofe. De realiteit zoals die nu is zal geen stand houden, het gaat ontploffen. Hoe dit gaat gebeuren weet ik niet, daar wil ik ook niet over nadenken maar ik weet wel dat we gedoemd zijn tot een vreselijke uitkomst. Ik denk dat die oplossing een tweestaten oplossing is. We moeten een toekomst creëren, misschien in de vorm van een confederatie, maar eerst moeten we de scheiding tussen beide ‘partijen’ en het recht van de Palestijnen op zelfbeschikking erkennen."