3Lab

Wat achterblijft

AVROTROS

Na het overlijden van hun moeder staan drie zussen voor de taak hun ouderlijk huis leeg te halen.

Door het opruimen worden ze opnieuw geconfronteerd met de dood van hun moeder en het onvermijdelijke afscheid van spullen die de herinnering aan hun verleden in leven houden. Het grillige, onderhuidse rouwproces weerspiegelt zich in de manier waarop het huis en de spullen ontmanteld worden.

Regie: Loes Janssen

'Het leven is eindig, maar er komt ook altijd weer nieuw leven'

In gesprek met regisseur Loes Janssen

Tekst: Abel Vos

Twee zussen hebben een lichte discussie. Regisseur Loes Janssen (1991) filmt niet hun gezicht, maar een kopje in het koffiezetapparaat. Naarmate de discussie vordert, stroomt het kopje vol. Tot het helemaal overstroomt. Het is een veelzeggende scene uit de poëtische Teledoc Campus-film ‘Wat achterblijft’. Hierin halen drie zussen, nadat hun moeder is overleden, het ouderlijk huis leeg. Daarbij staan niet hun personages, maar de spullen in het huis centraal. Waarom? 2Doc.nl ging in gesprek met de jonge regisseur.

Hoe begon je aan deze film?
‘Een paar jaar geleden is mijn vader overleden. Toen ik zijn huis samen met mijn broer leegruimde, merkte ik dat het mij best veel energie kostte. Ik nam met dit leegruimen eigenlijk voor de tweede keer afscheid van mijn vader. Opnieuw merkte ik de ontkenning en het onbegrip op. Ik zag mijn vader als het ware terug in de spullen van zijn huis. Dat gevoel wat ik toen had, wilde ik overbrengen in deze film. Ik wilde dat het een verhaal werd waar iedereen iets van zichzelf in zou herkennen, in plaats van over specifieke mensen uit de documentaire. Ik wist dat Teledoc campus openstaat voor onconventionele vertelvormen en experimenten, daarom leek met dit een goed platform.’

Hoe kwam je in contact met deze familie?
‘Het was lastig om een familie te vinden waarbij ik research kon doen, omdat ik heel snel na het overlijden al bij een familie binnen wilde kijken. Daarom liep ik eerst zonder camera mee bij het leegruim-proces van een paar andere families. Uit die ervaringen maakte ik een plan voor deze documentaire. Via een uitvaartondernemer kwam ik in contact met deze familie. Het klikte gelijk, we bouwden snel een vertrouwensband op. Het is een ‘normaal’ gezin; ze hebben niet iets heel excentrieks of uitzonderlijks. Dat vind ik uiteindelijk juist krachtig: omdat ze niet zo uitgesproken emotioneel zijn, zit hun gevoel sneller in het onderdrukte en het subtiele. Dat maakt het verhaal ook herkenbaarder.’

Kan je een voorbeeld geven van zo’n situatie waarin emoties onderdrukt worden?
‘In de film vindt een dochter bijvoorbeeld een trouwring, waar al lang naar werd gezocht. Je voelt aan alles dat één zus de ring graag wil, waarop een andere zus sneert: ‘Misschien wil zij hem wel!’ Hieruit blijkt dat je snel in de oude gezinssituatie terechtkomt, waar soms pijnlijke verhoudingen kunnen bovenkomen. Ik vind het sterk dat dit wel aanwezig is in mijn film, maar niet persé wordt uitgesproken.’

Je begint de film niet met een vol huis, maar gelijk met een leeg huis. Waarom?
‘Ik heb me lang afgevraagd hoe de film moest eindigen. Het meest logische zou zijn: je begint met een vol huis en eindigt met een leeg huis, waarin niets overblijft. Toch vond ik het zelf fijner dat de kijker zelf een invulling mag geven aan het proces. Mijn film eindigt met een blik naar buiten. Je staat in het lege huis, maar toch zie je bomen en hoor je het geluid van buiten. Dat dingen altijd weer doorgaan. Net als bij het mutsje van de overleden vader: dat wordt nu gedragen door de baby. Het leven is eindig, maar er komt ook altijd weer nieuw leven.’

Tekst gaat verder onder afbeelding

'Omdat ze niet zo uitgesproken emotioneel zijn, zit hun gevoel sneller in het onderdrukte en het subtiele'

Sebastian Mulder, regisseur van de film Naya, gaf je een doorgeefvraag: ‘Was het lastig om zo vormvast te blijven in je cameravoering (het niet tonen van gezichten)? Of waren er moment dat je het misschien wel wilde doorbreken?’
‘Het idee om geen gezichten te filmen ontstond aan het begin van het maakproces. Toen we een paar testdraaidagen hadden gehad, bleek dat het niet goed werkte. Toch besloot ik ermee door te gaan omdat het zo’n belangrijk onderdeel van mijn filmplan was en ik het gevoel had dat het wel zou kunnen werken als we deze stijl in de gehele film zouden toepassen. Tijdens het draaiproces heb ik wel twijfels gehad. Ik had toen kunnen zeggen: ‘Laten we toch voor de menselijke emotie gaan en gewoon gezichten filmen’, maar dan had ik mijn experiment geen kans kunnen geven. Dan had ik nooit kunnen weten of het werkt of niet. Af en toe kwamen de zussen per ongeluk in beeld. Ik heb voor editor Riekje Ziengs al dat materiaal eruit geknipt, waardoor zij geen idee had hoe de hoofdpersonen eruitzien. Dat heeft denk ik wel geholpen om de film makkelijker op deze manier te maken.’

Wat heb je geleerd van dit maakproces?
‘Als filmmaker vraag je altijd iets van een ander: je personage stelt zich kwetsbaar op en je mag bij persoonlijke, intieme momenten aanwezig zijn. Door deze film heb ik geleerd dat ik ook iets kan geven: het kan voor een personage fijn zijn dat je jouw tijd en aandacht aan hen schenkt. Ze hebben dit opruimproces met iets meer aandacht beleefd.’

Deze film is nu klaar, is er al een nieuw project aan het pruttelen?
‘Altijd! Ik ga nu wel voor een iets vrolijker thema. Nou ja, ik ben nu trouwens bezig met een project over de kledingindustrie. Dus dat is ook niet zo vrolijk. Het is weer een thema waar iedereen direct of indirect mee te maken heeft, maar waar weinig mensen bij stil staan.’

'Het kan voor een personage fijn zijn dat je jouw tijd en aandacht aan hen schenkt'