Het verhaal begint twee jaar geleden. De familie pakt hun koffers, ze keren terug naar Iran. Na negen jaar wachten hebben zij de hoop op de verblijfsvergunning voor moeder Nilofaar opgegeven. Wim en zijn actiecomité, hoewel opgericht om moeder hier te houden, ondersteunen het gezin bij deze gedwongen terugkeer naar Iran. Hij koopt niet alleen de vliegtickets voor de familie, maar belooft ook de eerste zes maanden in hun levensonderhoud te voorzien. Totdat het echtpaar zelf werk heeft gevonden.
Dan gebeurt er iets onverwachts. Twee dagen voor vertrek naar Iran belt de commissaris van koningin met Wim. De lobby van het actiecomité heeft gewerkt: Nilofaar mag toch blijven om hier haar verblijfsvergunning af te wachten. Vreemd genoeg lijkt de familie er niet gelukkig mee. Het is te laat zeggen ze: "We willen toch terug". Ondanks al het werk besluit Wim er begrip voor te hebben en zwaait hen uit.
Een half jaar later.
De wekelijkse telefoongesprekken tussen Wim en het Iraanse echtpaar worden somberder en somberder. Het lukt hen maar niet werk te vinden. Ook hebben ze nog steeds geen eigen huis. Wim besluit zelf polshoogte te nemen en samen met Marja de Jong van vluchtelingenwerk stapt hij in het vliegtuig naar Iran. Daar wacht hen een verrassing: De familie geeft het op en wil toch weer terug wil naar Nederland.
Terug in Nederland start Wim opnieuw de papierwinkel op. Het is maar zeer de vraag of de verblijfsvergunning er komt. De IND vindt dat de familie heeft laten zien dat ze in Iran kan leven. Ze is immers zelf terug gegaan en zit naar hun weten niet in de gevangenis. Ook lukt het Wim niet de media of de politiek te interesseren voor de familie. Het geduld is op. Toch houdt Wim vol, als een relikwie uit een verdwenen tijdperk waar de helpende hand nooit ver te zoeken was.
Regie: Jorien van Nes
Productie: Ilse van Huisstede
Lengte: 58 minuten