In de jaren zeventig kende Nederland diverse Molukse gijzelacties in het kader van de Molukse vrijheidsstrijd: de residentie van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar, een school in Boven-Smilde en twee treinkapingen. In 1975 werd een stoptrein bij het Drentse Wijster gekaapt en twee jaar later werd op 23 mei 1977 de intercity Assen-Groningen door negen gewapende Molukse jongeren gegijzeld. Drie weken lang stond het treinstel op de rails stil. De bevrijding op 11 juni kostte twee gijzelaars en zes gijzelnemers het leven. Ronnie Lumalessil was één van hen.
Het ideaal van een vrij Molukken leeft onverminderd voort in een Assense wijk waar alleen Molukse families wonen. “Ik heb nog altijd het gevoel hier niet te horen”, zegt hoofdpersoon Johnny Lumalessil, broer van treinkaper Ronnie. Johnny’s zoon laat het gezicht van zijn omgekomen oom dertig jaar later op zijn borst tatoeëren.
Dominee Samuel Metiari speelde als bemiddelaar tussen regering en de Molukse treinkapers in Wijster en De Punt een cruciale rol. In ‘Eiland van mijn vader’ wordt hij gevolgd op een bijzondere dag in de Molukse gemeenschap. Begin maart is hij op 89 jarige leeftijd overleden.
Regie & scenario: Carin Goeijers Camera: Gregor Meerman Producent: Pieter van Huystee Met steun van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties