In 1987 wordt de president van Burkina Faso, Thomas Sankara, vermoord. Hij staat dan al bekend als de ‘Che van Afrika'.

Na zijn dood op 37-jarige leeftijd krijgt hij een ware heldenstatus. Belangrijke artiesten als Alpha Blondy en Fela Kuti zingen over hem. In Zuid-Afrika en Oeganda heeft de oppositie de rode baret van 'de Afrikaanse Che' omarmd als politiek symbool. Wat verklaart zijn populariteit? En waarom klinkt in Afrika nog altijd de roep om een leider als Sankara?

Sankara, die via een revolutionaire staatsgreep aan de macht kwam, regeerde van 1983 tot 1987. Hij viel meteen op door een sobere regeerstijl waarbij hij zelf het goede voorbeeld gaf. Zo halveerde hij het loon van alle ministers en hogere ambtenaren. Alle overheidslimousines werden verkocht. De kabinetsleden konden ook wel per fiets naar hun ministerie. Elke vrijdag moest de hele ambtenarij werken op het veld. Sorghum oogsten. Of bielzen sjouwen bij de spoorlijn. Sankara pakte corruptie aan en maakte zich sterk voor een Afrikaans zelfbewustzijn, hij pleitte voor vrouwenemancipatie en hij nam maatregelen ter bestrijding van armoede en werkeloosheid.

Zijn regime leek in de korte tijd die het had, vruchten af te werpen. Binnen twee jaar was de hongersnood omgezet in overproductie. In bijna elk dorp verrees een school en een gezondheidscentrum. En er werden 10 miljoen bomen geplant in dit Sahelland. Geen wonder dat Sankara, een lange, mooie man, een iconische status heeft bereikt.

Maar in hoeverre klopt dit bijna Messianistische beeld van Sankara? Sankara kwam via een staatsgreep aan de macht. Onder zijn regime zijn ook mensen verbannen. Volgens ontwikkelingswerker Laureys zijn er mensen in de gevangenis terecht gekomen omdat ze hem durfden tegen te spreken.

 

“Hij was natuurlijk een militair. Hij is via een militaire coupe aan de macht gekomen. En hij was ook denk ik niet mals; onder zijn regime was geen democratie.”

Hoe komt het dan dat Sankara nog altijd zo populair is? Is een man als Sankara Afrika's hoop in bange dagen, nu in veel landen corruptie en geweld welig tieren en jihadisten grote delen van de Sahel hebben bezet? Verdient dit politieke model van een sterke leider die soberheid en eerlijkheid voorstaat, de voorkeur boven een meerpartijenstelsel?

Voor de radiodocumentaire Sankara, de Che van Afrika, sprak radiomaker Jan Maarten Deurvorst met vier Nederlandse ontwikkelingswerkers op leeftijd. Sommigen wonen al vijftig jaar in Burkina Faso en hebben Sankara persoonlijk gekend. Ook een jonge Burkinees-Nederlandse student en Afrika expert Klaas van Walraven van de Universiteit Leiden komen aan het woord.

Het sprookje van Sankara eindigde zoals het begon: met een nieuwe staatsgreep. Nota bene gepleegd door zijn beste vriend en medestrijder Blaise Compaore die na deze moord zelf op de presidentszetel plaatsnam om er 27 jaar op te blijven zitten.

Sankara speelde met Blaise in de jaren zeventig in een bandje dat redelijk bekend was in Burkina Faso: Tout a Coup Jazz. Sankara speelde er gitaar, Blaise zong. De voormalige drummer van de band, Tonton Robert, vertelt in de documentaire hoe hij met Sankara Fidel Castro in Cuba bezocht. Hij vertelt ook over zijn moeilijke positie: na de moord werd hij meerdere malen uitgenodigd in de paleistuin bij president Compaore die hun gezamenlijke jeugdvriend had vermoord.

Een documentaire van Jan Maarten Deurvorst.
Eindredactie: Ottoline Rijks