Op 1 september is het 100 jaar geleden dat Willem Frederik Hermans werd geboren. Willem Frederik Hermans wordt beschouwd als een van de grootste naoorlogse schrijvers van Nederland. Hij behoort met Gerard Reve en Harry Mulisch tot ‘de Grote Drie’. Hij schreef naast bekende romans als Nooit Meer Slapen, De Donkere Kamer van Damokles en Onder Professoren ook verhalen, essays, poëzie, vertalingen en toneelwerk. Over de hele wereld zijn vertalingen van zijn werk verschenen.

Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van W F Hermans aandacht voor zijn meest raadselachtige boek “De God Denkbaar Denkbaar de God”, gepubliceerd in 1956. Vier maanden voor Hermans dood, op 29 december 1994, las hij het boek integraal voor bij de VPRO en interviewde radioman Wim Noordhoek de schrijver. “Ik zou geen andere romans van mij willen voorlezen, ook niet gedeeltelijk, want die boeken lenen zich niet voor voordracht, dit boek wel”, aldus Hermans. Criticus Pieter Steinz gaf Hermans hierin gelijk en recenseerde de voorlezing: ‘Vanaf het eerste begin spettert niet alleen het uitzinnige proza van de voordracht af, maar ook het voorleesplezier van de schrijver”. (aldus Steinz in NRC Handelsblad, in ‘De dino komt tot leven’, 9/2/2005)

Zelf vergeleek Hermans het boek met een tekenfilm. De God Denkbaar drijft op stijl, op 'de betovering van het zinsritme'.
Hij noemde het een poëtisch boek, misschien ook een godsdienstig boek: 'Het gaat over een God Denkbaar. Een god kan Denkbaar zijn... maar denkbaar, wat is niet allemaal denkbaar? Alles is denkbaar.'

Mechteld Jansen

Samenstelling: Anton de Goede en Mechteld Jansen
Montage: Alfred Koster