Een autovrij hofje in Den Haag met piepkleine huurwoningen is de plek waar talloze grootheden zijn geboren. Jonge kunstenaars in alle disciplines kwamen vanaf de jaren vijftig op de Mallemolen wonen en bouwden er een gemeenschap zonder regels, waar woest werd gedronken en wild gevochten en waar de creativiteit moest ontstaan uit totale vrijheid.

De Mallemolen. Hier leefden schrijvers als Jan Cremer en Helga Ruebsamen, beeldend kunstenaar Lotti van der Gaag, cabaretier Paul van Vliet en F.B. Hotz, die later de P.C. Hooftprijs zou winnen, te midden van inbrekers en ander gajes, om zich volledig te wijden aan de kunst. Sommigen van hen waren van goede komaf, maar daar wilden ze niets meer van weten, want ook rijkdom werd gezien als beknellend voor de vrije geest.

Jan Maarten Deurvorst maakte al verschillende verhalen over groepen die hun eigen leefregels bedenken, om te zien wat er met dit soort utopische gemeenschappen gebeurt. Voor deze documentaire ging hij op zoek naar oud-bewoners van de Mallemolen die nog in leven zijn. Niet iedereen wilde meewerken en maar liefst drie mensen overleden vlak voor hij de kans had om opnames met ze te maken. Maar de kunstenaars die hij wél voor de microfoon kreeg, hadden glinsteringen in hun ogen als ze vertelden over hun jonge jaren in het hofje, vol feesten en vrije seks, lang voor het ingeburgerd raakte in de jaren zestig.

Cabaretier Paul van Vliet (85) herinnert zich kunstenaar Jos van den Berg, die zo klein was dat hij door iedereen Josje genoemd werd. Hij woonde ook op het hofje en kwam op het hoogtepunt van het feest tevoorschijn: “Er was een banketbakker gevonden die hem in wou metselen in cake en slagroom en dan sprong ie eruit, vol met slagroom. In zijn blote reet.”

Het grenzeloze bestaan leverde onvergetelijke verhalen op, maar de anarchie had ook een keerzijde. De kinderen die opgroeiden op de Mallemolen waren getuige van bandeloze zuipfestijnen, vertelt Aleid Truijens, biografe van schrijver en trombonist F.B. Hotz: “Dan kwam hij terug van een optreden en lag de hele vloer vol met stomdronken mensen. En daar liepen kinderen tussendoor.” Schrijfster Helga Ruebsamen zag ooit hoe haar dochter ’s ochtends de restjes uit de glazen dronk.

'…en dan sprong ie eruit, vol met slagroom. In zijn blote reet.'

Paul van Vliet

De giftige mix van drank en de voor sommigen al te vrije liefde, resulteerde in afgunst en geweld, en uiteindelijk de moord op een van de kunstenaars die als eerste op de Mallemolen terechtkwam. Zo werd de absolute vrijheid, die de voedingsbodem was onder alle creativiteit, tegelijk ook de ondergang van de gemeenschap.

'Dan […] lag de hele vloer vol met stomdronken mensen. En daar liepen kinderen tussendoor.'

Aleid Truijens

Maker: Jan Maarten Deurvorst
Techniek: Arno Peeters
Eindredactie: Jair Stein

De groep rond de Mallemolen in 1955, met rechtsboven Barbara die een sleutelrol zou spelen bij het uiteenvallen van het collectief