'De Alice in Wonderland-methode: iemand wordt geïsoleerd in een cel gezet. Die persoon wordt ‘in beperking’ gezet. Hij mag niets: niet lezen, geen televisie of radio, geen contact met mensen van buitenaf, behalve een advocaat. Die beperkingen hebben natuurlijk een nuttige functie, want iemand die in afzondering zit, kan geen bewijsmateriaal verdoezelen. Het neveneffect is dat de verdachte de weg kan kwijtraken. Dat kan versterkt worden door hem in een koude cel met een dunne deken te zetten. Daardoor zal de verdachte slecht slapen. De situatie kan nog erger worden gemaakt worden door het licht ’s nachts aan en uit te doen of op onregelmatige tijden maaltijden te serveren. Zo zorgt de politie ervoor dat een verdachte slecht slaapt, de weg kwijtraakt en zich ondertussen afvraagt: hoe denkt mijn familie over mij?
Die verdachte wordt dan af en toe naar een ‘gezellige’, warme verhoorkamer gebracht waar twee vriendelijke rechercheurs zitten. Het gebeurt dan vaak dat er iets wordt gezegd zoals: ‘Piet, we weten dat je je niets kan herinneren van die moord, maar we weten ook dat als je een moord hebt gepleegd, dat zo traumatiserend is, dat je dat verdringt. Samen met jou gaan we je geheugen opfrissen.’ Sommige verdachten gaan daar dan in mee. Dan krijg je verhoren waarbij allerlei zaken gesuggereerd worden en verdachten zeggen: ‘Ja, het kan best zijn dat ik het mes tussen zijn ribben heb gestoken…’ Ik zeg niet dat het bij alle zaken gebeurt, maar het komt wel voor. Ook in Nederland.'
Interview gaat verder onder het fragment