Project X

Documentairegebod 10: Geen gebod

VPRO

Filmacademiestudente Froukje van Wengerden is gefascineerd door handen. Geïnspireerd door de documentaires van Jos de Putter maakte Filmacademiestudente Froukje van Wengerden een film over werken en liefhebben op het Friese platteland, waarbij ze uitsluitend handen filmde.

Interview met Froukje van Wengerden

Door: Stan van Kesteren

De 27-jarige studente haalde haar inspiratie uit de films van Jos de Putter – met name uit Het is een schone dag geweest. In die film portretteert Jos de Putter het laatste oogstjaar van het boerenbedrijf van zijn ouders in Zeeuws-Vlaanderen. Van Wengerden: “Ik vind de traagheid van die film heel mooi, de melancholie die het oproept. Ook het thema, vergankelijkheid, spreekt mij heel erg aan.” Van Wengerden groeide zelf op in Friesland, en herkende de manier van leven die geportretteerd wordt in Het is een schone dag geweest.

Fascinatie voor handen

Haar fascinatie voor handen komt voort uit het milieu waar ze opgroeide, waar iedereen met zijn handen werkt. Ze wilde altijd al een film maken waarin handen het onderwerp waren, omdat ze daar levendige herinneringen aan heeft: “Als we in de winter gingen schaatsen, dan hoefde mijn vader nooit handschoenen te dragen omdat zijn grote handen nooit koud werden”, vertelt Van Wengerden. Lachend voegt ze daar aan toe: “Dat vond ik heel cool, dat mijn vader dat niet nodig had.”

Verhaal van een mensenleven

Van Wengerden liet zich ook inspireren door andere thema’s uit het oeuvre van De Putter: begeerte en vergankelijkheid. Haar film Bewogen landschappen gaat van jeugdige onbevangenheid, bijvoorbeeld bij het aaien van een paard, over in het werken op het ruwe Friese platteland. De tijd verstrijkt, totdat de mensen ouder zijn en beseffen dat ze verlangen naar aanraking. Daarmee vertelt Van Wengerden over de eindigheid van de jeugd. Na die realisatie volgt een scène van seks en slachten, die symbool staan voor begeerte en destructiedrang. Dan eindigt de film met de berusting in ouderdom en wordt aanraking gevonden in andere dingen, zoals het vlechten van het haar. 

Fictieve elementen

Net als de Putter keerde Van Wengerden voor het maken van haar film terug naar haar geboorteplaats. Binnen een straal van tien kilometer rond haar ouderlijk huis ging ze op bezoek bij hoefsmeden, boeren en automonteurs. Ze liep daar naar binnen en vroeg ze of ze hun werk mocht filmen. Zo ging ze te werk voor alle scènes in haar film Bewogen landschappen, behalve voor de scène waarin een jongen en een meisje elkaar beminnen.

Via vrienden vond ze een meisje dat vaker naaktmodel had gestaan voor schilders. “Dat was de eerste keer dat ik een fictief element gebruikte in een documentaire”, vertelt Van Wengerden. “Hoewel ik het liefst alles zou filmen zoals het in werkelijkheid plaatsvindt, is het een illusie om te denken dat alles in een documentaire toevallig vastgelegd is.”

Filmen met een ouderwetse camera

De documentaire is volledig in zwart-wit gefilmd. “Kleur leidt af, dan heb je minder focus op die handen”, vertelt Van Wengerden. Cameraman Lukas de Kort had nog een paar rolletjes van een ouderwetse 35 millimeter-camera. Zowel De Kort als Van Wengerden wilden graag experimenteren met een dergelijke manier van filmen. “Dat was heel intensief, omdat we maar heel beperkt materiaal konden schieten”, vertelt ze. “Als de camera draaide gingen er tientallen euro’s doorheen.” Van de zes draaidagen filmden ze per dag zo’n vijf minuten, terwijl ze zes tot tien uur per dag bezig waren. Dat verreist veel concentratie, en ging ook gepaard met flinke discussie.

Griekse muziek

Naast de manier waarop het gefilmd is, speelt ook de muziek een belangrijke rol in de film van Van Wengerden. “Door de muziek merk je gelijk dat de film over meer gaat dan kinderen die paarden aaien. Het zorgt dat de film een gevoel van melancholie opwekt.” De muziek is gecomponeerd door Stavros Markonis, ook student aan de Filmacademie, die de muziek zelf heeft opgenomen met muzikanten uit Griekenland.

 “Samenwerken met anderen is het leukste aan documentaire maken, hoewel het lastig kan zijn”, vertelt Van Wengerden. Als regisseur heeft zij een verhaal in haar hoofd en dat moet zij dan ook duidelijk overbrengen op haar crew. Ze is tevreden over het eindresultaat: "Die filmbeelden, de manier waarop het gemonteerd is, de muziek: het maakt mij gewoon heel trots op mijn crew.” 

De toelatingsfilm van Froukje van Wengerden op de Filmacademie ging over een Afghaanse familie in Nederland die een verblijfsvergunning krijgt. In haar tweede jaar maakte ze een film over een schipper die nu te oud is om nog te varen, maar nog wel op een vastliggend schip woont. Nu is ze bezig met haar eindexamenfilm ‘Breng me naar het zuiden’, waarin ze samen met haar vader een reis maakt vanuit Friesland, met een binnenvaartschip.  “Die reis moet een metafoor zijn voor de zoektocht naar een innerlijke thuishaven”, vertelt Van Wengerden. In de toekomst hoopt ze meer documentaires te maken en daarnaast heeft ze een plan om samen met haar vader een bioscoop op een varend schip te beginnen.