Het Uur van de Wolf

Hoe overleef ik - Francine Oomen doorbreekt het zwijgen

NTR

Ze heeft meer dan 140 titels op haar naam staan. Nu zet Francine Oomen zich aan haar meest persoonlijke boek. Ze wil onderzoeken hoe zij de 'weeffouten' kan herstellen die haar familie van generatie op generatie heeft doorgeven. Kan zij dit stoppen?

‘Hoe overleef ik: Francien Oomen doorbreekt het zwijgen’ is een intiem filmisch onderzoek dat inzicht geeft in het leven van één van de meest bekende schrijfsters van Nederland, maar ook in de hardnekkige mechanismen die iedere familie kent. Schrijfster Francine Oomen begint een zoektocht naar haar verleden, naar de zogenoemde ‘weeffouten’ in haar familie. Patronen die zich generatie na generatie blijven herhalen. Kan zij dit stoppen?

Schrijfster Francine Oomen heeft meer dan 140 titels op haar naam staan. Titels als ‘Hoe overleef ik mijn eerste vriendje?’, ‘Hoe overleef ik mijn eerste zoen?’ en ‘Hoe overleef ik de brugklas?’ hebben menig puber bemoediging gegeven in een ingewikkelde tijd waarin veel verandert.

Ook haar eigen pubertijd was ingewikkeld. Gescheiden ouders, een plotselinge verhuizing naar het hoge Noorden, geen contact meer met haar vader en een nare stiefvader. Ze voelde zich nergens echt thuis en ging naarstig op zoek naar liefde. Met traumatische gebeurtenissen van dien. Schrijven werd een overlevingsstrategie voor Oomen. Veel van haar boeken zijn dan ook op haar eigen leven gebaseerd.

Heel veel jaren én boeken verder raakte Oomen een aantal jaren geleden in een persoonlijke crisis. Niet alleen had ze liefdesverdriet, maar ook overleed haar moeder, die op haar sterfbed met Oomen deelde seksueel te zijn misbruikt tijdens haar jeugd. Die ontdekking wierp Oomen terug naar de pijn van haar eigen jeugd, en haar eigen traumatische gebeurtenissen die haar nog altijd achtervolgen. Haar leven stortte in.

Maar ze realiseerde zich ook dat het tijd werd om de confrontatie met haar verleden aan te gaan. Niet langer wil ze haar verdriet wegstoppen. Ze wil het gebruiken voor een nieuw boek waarin ze onderzoekt wat haar jeugdtrauma’s, en die van haar moeder, hebben betekend voor Oomen en haar gezin.

Regie: Pascalle Bonnier

‘Ik hoop dat mensen niet over Francine gaan nadenken, maar over zichzelf’

In gesprek met regisseur Pascalle Bonnier

Tekst: Kitty Munnichs

Drie jaar lang volgde documentairemaker Pascalle Bonnier de (kinder)boekenschrijfster Francine Oomen. Ze deed zelf de research, de camera en het geluid. Het waren intense jaren waarvan ze veel leerde, over Francine Oomen en over zichzelf: ‘Francine is niet echt van de koetjes en kalfjes, we doken meteen het diepe in.’

Hoe kwam je op het idee om deze film te maken?
‘Ik ken Francine al sinds ik vijftien jaar oud was. Ik was vrienden met haar oudste zoon, Joris. Ik weet nog goed dat ik voor het eerst bij hen thuiskwam en de knalrode keuken instapte. Alles was anders bij mij thuis, daar was alles wit en grijs. Als we gingen eten dan plukten we uit de moestuin allerlei dingen die ik nog nooit had gezien. Mijn ogen gingen open: ‘Oh! Zo kun je dus ook je leven!’ Ik was meteen gefascineerd, vooral door Francine. Ze was altijd creatief bezig: breien, haken, schrijven. Op sommige momenten leek ze erg afwezig, terwijl ze op andere momenten ineens erg heftige vragen stelde.

Toen ik later weer bij haar thuis kwam, inmiddels volwassen en zelf net moeder geworden, zag ik Francine huilend zitten in haar prachtige tuin. Ze was op een nare manier afgekapt tijdens een debat in de Rode Hoed. Tot dat moment leek alles in mijn ogen perfect: haar kinderen waren er, haar kleinkinderen. Maar er was toch iets met haar aan de hand. Ik zag dezelfde dingen als vroeger, maar ik zag ze nu met andere ogen: er viel van alles op zijn plek. Toen is het zaadje voor de film gepland, ik wilde weten wat er in haar schuil ging.’

En Francine wilde zelf ook graag weten wat er met haar aan de hand was. Toch?
‘Ja, zeker. Francine was toen zelf ook verder in haar leven en processen. Ze vertelde me dat ze echt wilde veranderen, patronen wilde omgooien en doorbreken. Ze was net begonnen met schrijven aan haar meest persoonlijke boek.’

Hoe kreeg je Francine zo ver om zich zo kwetsbaar op te stellen?
‘Totdat ik een film over haar ging maken durfde ik haar nooit echt kritische vragen te stellen. Maar toen we eenmaal hadden besloten een film te maken liet ik mijn nieuwsgierigheid de vrije loop. Ze is niet echt van de koetjes en kalfjes, dus we sprongen meteen het diepe in. We spraken over haar moeder, over de afwezigheid van haar grootmoeder. En ik vroeg haar ook naar haar vader. Francine had hem altijd buiten schot gehouden, ze nam hem niets kwalijk. Maar haar vader was degene die wegging waardoor haar moeder er alleen voor kwam te staan. Ik ben erg blij dat hij ook in de documentaire zit.’

Vond je het makkelijk om je in haar gevoelswereld te verplaatsen?
‘Eigenlijk wel. Ik voelde al gauw aan waar haar gevoelige dingen plekken zitten. Francine praat veel en ik heb heel veel geluisterd. En als je zo veel luistert en zo veel filmt, dan leer je iemand helemaal kennen; dan doorzie je iemands motoriek, dan weet je wat het betekent wanneer iemand wegkijkt. Ik ging helemaal in haar op. En daardoor zag ik dat het soms onuitgesproken ging over Lotte, haar dochter. Lotte is het vertrouwen in Francine verloren. ‘Samen zijn’ en intimiteit is voor Francine moeilijk.’

'Totdat ik een film over haar ging maken durfde ik haar nooit echt kritische vragen te stellen.'

Pascalle Bonnier

Heb je geprobeerd Lotte ook nog in de film te krijgen?
‘Dat heb ik zeker geprobeerd maar ze wilde er niets mee te maken hebben. Ook haar oudste zoon, Joris, wilde niet in de documentaire. Ik heb goed contact met alle drie haar kinderen maar tussen hen en Francine gaat het soms wat moeizamer. Het is jammer dat niet iedereen in de film wilde, maar aan de andere kant is hun afwezigheid ook mooi, het verbeeldt de moeizame relaties.’

Het interview gaat verder onder de afbeelding.

'Als je zo veel luistert en zo veel filmt, dan leer je iemand helemaal kennen.'

Pascalle Bonnier

Toch gaat haar jongste zoon, Daan, wel bij haar op het erf wonen.
‘Ja, Daan en zijn vrouw willen dat wel. Het is ook echt Francines droom. Tegelijkertijd zie je in de film heel duidelijk dat dit ook moeilijk is. Ze geeft aan dat ze grillig kan zijn en Daan en zijn vrouw vinden dat vervolgens lastig. Deze situatie is een mooi voorbeeld van wat Francine probeert uit te leggen: bij het woord ‘samen’ raakt iets in haar in paniek. Ze wil wel heel graag samenwonen, maar ze vindt het óók spannend. En op zulke momenten gaat iets in haar in de weerstand. Ik zie dat als haar patroon. Het is moeilijk maar gelukkig lukt het haar dit te veranderen, gaat het samenwonen uiteindelijk door. Ik vind het mooi dat de film daardoor een beetje positief en licht eindigt.’

De thematiek van de film is inderdaad zwaar. Maar de beelden ogen toch behoorlijk vrolijk. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
‘Francines huis is heel gezellig, echt een idylle. Dat contrast vond ik mooi in de film. In de kleurcorrectie hebben we de kleuren er bewust uit laten spatten. Als het verhaal somber is en met donkere kleuren in beeld wordt gebracht, dan word je als kijker al gauw ook neerslachtig. Ik wilde een hoopvol verhaal vertellen.’

Jouw vorige film ‘Moeder en Grunberg’ snijdt min of meer hetzelfde thema aan: familiepatronen en trauma’s die binnen van generatie op generatie worden doorgegeven. Waarom trekt dit jou zo?
‘De documentaire over Arnon Grunberg gaat inderdaad een beetje over hetzelfde thema. Maar waar Francine vast lijkt te zitten in de patronen van haar familie, zegt Arnon dat hij zich daaruit heeft ontworsteld, dat hij geen slachtoffer is. Ik vind het heel interessant dat mensen zo verschillend met problemen omgaan. Zeker nu ik zelf ook moeder ben, vraag ik me af hoe ik het anders ga doen dan mijn ouders, of dat wel mogelijk is. Ik wil graag bij anderen in hun processen meekijken, zowel bij Arnon als bij Francine, om zo ook mijn eigen vragen te kunnen beantwoorden. Als iemand zegt ‘ik ga mijn patronen doorbreken’, dan wil ik zien hoe dat gaat.’

'Als iemand zegt ‘ik ga mijn patronen doorbreken’, dan wil ik zien hoe dat gaat.'

Pascalle Bonnier

Heb je geleerd wat je wilde leren?
‘Ik denk dat ik heel veel geleerd heb, veel inzichten heb gekregen. Maar of alle vragen beantwoord zijn? Dat weet ik niet. Dat kan misschien pas als ik bij nog veel meer mensen heb meegekeken.’

Wat hoop je dat de kijker meeneemt van deze film?
‘Ik hoop dat mensen niet over Francine gaan nadenken, maar over zichzelf. Ik hoop dat ze de film op zichzelf betrekken, dat ze inzien dat het goed is om te praten, dat dingen gaan broeien als ze worden verzwegen. Hoewel sommige patronen natuurlijk niet verkeerd zijn, zou het mooi zijn als deze documentaire mensen motiveert om te veranderen dingen bespreekbaar te maken als zij dat willen.’

De graphic novel van Francine Oomen ‘Hoe overleven we’ komt halverwege november 2021 uit bij Nijgh & Van Ditmar.

Over de maker

Pascalle Bonnier (1987) studeerde af aan de kunstacademie in Utrecht.

In haar eerste documentaire (Moeder en Grunberg, 2015) volgde ze Arnon Grunberg en zijn moeder, bij wie hij op volwassen leeftijd weer in huis gaat wonen. Waar mensen hun band vaak als vreemd bestempelden, wilde Pascalle hun relatie en dynamiek onbevooroordeeld onderzoeken.

Haar meest recente film (Hoe overleef ik, 2021), geselecteerd voor een Gouden Kalf, gaat over Francine Oomen. Geïntrigeerd door de vraag waar Francines continue strijdlustigheid en werkdrift toch vandaan komt, volgt en bevraagt ze de schrijver tijdens een persoonlijke zoektocht rondom trauma’s die zich over verschillende generaties lijken te herhalen.

Pascalle is een gevoelige documentairemaker die haar camera inzet om vragen te stellen die ze zonder camera niet zou durven stellen. Doordat zij alleen werkt komt zij dichtbij de personages. Want waar ze zich al interviewend verschuilt achter de camera durven de geïnterviewden zich open te stellen over vaak zeer persoonlijke of confronterende onderwerpen.