Judith de Leeuw wilde een film maken over The Hood in Den Helder. Een parkeerplaats met een carport erop waar de hele buurt samenkwam. Totdat de gemeente door vermeend overlast een eind aan de hangplek maakte. En dat was niet het enige obstakel waar ze mee te maken kreeg: ‘Veel mannen uit de buurt zaten totaal niet op mij te wachten’.

Hoe ben je bij het verhaal van de carport terecht gekomen?
‘Ik had al eerder een film gemaakt in Den Helder, Welkom op de Hemelse Aarde, en tijdens die research was ik op de carport gestuit. Die er toen nog stond overigens. Ik wilde een film maken over de Antilliaanse mannen die daar samenkwamen, totdat de carport werd gesloopt en ook mijn vaste contactpersoon daar naar de Antillen verdween. Toen had ik niks meer’.

Wat werd toen het plan voor Mensen zoeken naar verhalen ze denken het is een film ofzo?
‘Het werd een heel artistiek idee. Ik wilde alles filmen in een vast, theatraal kader, zoals je aan het begin van de film ziet. Alles zou zich afspelen op het grasveld waar vroeger de carport was. Zo wilde ik die geschiedenis reconstrueren. Genoeg mensen waren bereid om aan de film mee te werken, maar…’

Maar?
‘Terwijl we draaiden, ontstond er rumoer achter de camera. Het is namelijk zo dat tegenover dat veldje een hoekhuis staat waar nu de hele groep samenkomt en die verzamelde zich dus achter ons. En elke keer als we draaiden, werd dat rumoer heftiger. Dat liep zo op dat ik uitgemaakt werd voor hoer’.  

Dat lijkt me best heftig om te horen.
‘Nou, nee, ik vond het juist erg interessant. Want ineens beukte de werkelijkheid in op mijn artistieke idee. Ik ging doorvragen: waar kwam hun boosheid vandaan? Ik kwam erachter dat ze dachten dat we een verlengstuk waren van de gemeente, omdat we wit zijn, en dat we sensatiejournalisten waren die kwamen profiteren van de sloop van hun huisje’.

Tekst gaat verder na afbeelding.

Wanneer besloot je om het idee van de vaste kaders helemaal los te laten?
‘Die eyeopener kwam toen ik een oudere man op het grasveldje zette om hem te filmen. Terwijl ik dat aan het draaien was, zei een jongen tegen mij: ‘kijk nou wat je doet! Je zet een neger in het zand en zelf sta je op de stoep’.
Dat was voor mij een belangrijk inzicht. Ineens kon ik vanuit een ander perspectief naar mijn project kijken en zag ik hoe koloniaal dat beeld er inderdaad uitzag. Het was een blinde vlek waarop ik werd gewezen.
De werkelijkheid vond ik vanaf dat moment veel interessanter dan het concept dat ik zelf had bedacht. Dit was een levensles voor mij’.

Hoe ben je toen verder gegaan?
‘We zijn heel lang gestopt met draaien. Dat ging gewoon niet meer. Maar ik ben toen wel samen met mijn producer en editor Tamara Vuurmans elke week naar de hangplek gegaan om met de mannen te praten. Beetje bij beetje accepteerden ze me en maakten ze grappen als ‘ben je er nu alweer?’, ‘wie betaalt jou hiervoor?’ en ‘jij geeft ook niet op, hè?'.

Uiteindelijk kwam ik in contact met rapper Tru G. Hij kon heel goed aan mij uitleggen waarom die groep zo op mij reageerde en hij kon ook aan hen uitleggen wat mijn intenties waren. Hij vormde een brug. Hem heb ik gevraagd hoe hij het verhaal van de carport zou vertellen en dat werd dus een videoclip’.

Tekst gaat verder na afbeelding.

Maar waarom heb je het originele idee niet gewoon doorgezet? Want je had genoeg mensen die het wel een goed idee vonden.
‘Omdat ik merkte dat er een enorme discrepantie was tussen wat ik als filmmaker wilde vertellen en wat de groep wilde vertellen. Dan alsnog had ik het door kunnen drukken, want als filmmaker kun je je eigen werkelijkheid creëren. Maar de frictie die achter de camera ontstond door het verschil tussen sociale klasse en kleur vond ik veel interessanter’.

Wilde je daarom het maakproces graag tonen?
‘Ja. Daarom zitten er nog beelden in met de vaste kaders. Het is een metafilm geworden. Ik wil laten zien dat concepten die wij als filmmakers artistiek gezien fantastisch vinden, andere mensen compleet koud laat en voor hen waardeloos zijn. Zo hebben Tru G en ik in de film een discussie over het woord ‘motiveren’ in de tekst die hij heeft geschreven. Ik vind dat tuttig staan, maar hij vindt dat juist mooi. We hebben totaal andere ideeën over wat kwaliteit is.
Wat dus voor de een mooi en artistiek is, is voor de ander bullshit. Als een videoclip het verhaal van een gemeenschap beter kan vertellen dan een documentaire, waarom doen we dat dan niet op die manier? Hoezo is dat dan geen kwaliteit? Kwaliteit is enkel een afspraak tussen een bepaalde groep mensen met macht. Als je echt diversiteit wilt, zal je die ingeprente ideeën over wat kwaliteit is, moeten bevragen’.

Hoe reageerden de jongens en Tru G op de film?
‘Ze zijn er heel blij mee. Ze voelen zich gehoord en herkennen zich erin. En ik merk dat mensen die niet werkzaam zijn in de filmwereld de documentaire ook heel goed begrijpen. Voor hen is het een hele gewone film. Daar ben ik heel blij mee! Voor mijn gevoel werkt de film gewoon precies zoals hij is bedoeld’.