De invloeden in de baarmoeder draag je de rest van je leven mee. Daarom is het ontzettend belangrijk om hier bewust van te zijn als we een draagmoeder in de arm nemen, volgens Tessa Roseboom.

Door: Marlou Kusters

In Georgië kun je al voor 30.000 dollar een baarmoeder huren. Dat is een schijntje op het wereldtoneel en in Nederland is commercieel draagmoederschap verboden. Daarom reizen wensouders richting de Kaukasus op zoek naar een vrouw die hun (deels) biologische kindje wil dragen. Deze Oost-Europese vrouwen doen dit niet zelden uit financiële noodzaak en leven vaak in armoedige omstandigheden. Wat doet dit met de kinderen geboren uit deze draagmoeders? Uit veel onderzoeken is gebleken dat de negen maanden in de buik van grote invloed zijn op de gezondheid en ontwikkeling van het kind. In de wetenschap noemen we dit de Fetal Origins hypothese.

In dit interview vertelt Tessa Roseboom over deze hypothese. Ze is opgeleid tot bioloog en werkt als hoogleraar Vroege ontwikkeling en Gezondheid aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA). Daarnaast is ze al twintig jaar betrokken bij het Hongerwinteronderzoek. Baby’s die geboren werden uit moeders die tijdens hun zwangerschap zwaar ondervoed waren, blijken op latere leeftijd veel vatbaarder voor allerlei fysieke en psychische ziektes. We vragen haar wat voor invloed een draagmoeder op de baby in haar buik heeft.

De kaarten voor je héle leven krijg je eigenlijk al in de baarmoeder mee.

Tessa Roseboom

Kun je mij vertellen wat de Fetal Origin hypothese inhoudt?

Twintig jaar geleden werd er gedacht dat een foetus de perfecte parasiet was: het neemt wat ie nodig heeft. Maar we komen er steeds meer achter dat de foetus wél gevoelig is voor factoren van buitenaf. Dat is niet vreemd, want tijdens de zwangerschap worden alle organen aangelegd, en de bouwstenen voor die organen komen uit de voeding van de moeder. We zijn niets voor niets zo voorzichtig met medicijnen tijdens de zwangerschap, omdat dat kan leiden tot aangeboren afwijkingen. Dat laat zien hoe ontzettend adaptief het ongeboren kind is. Niet alleen op de korte termijn zien we de effecten. David Barker is de grondlegger van de Fetal Origin hypothese en deze stelt dat je eigenlijk de kaarten voor je héle leven al in de baarmoeder meekrijgt. Ik heb tot zijn dood heel intensief met hem samengewerkt en toen ik hier zo’n twintig jaar geleden begon met mijn onderzoek zeiden mensen echt: ‘jij bent echt gek. Denk je nou echt dat iets wat 50 jaar geleden gebeurd was, nog vóór de geboorte, nog enig effect zou hebben?’ Ja dus.

Hoe zag je dit bij het Hongerwinteronderzoek?

Stel je plant een zaadje in een zandbak of je plant een zaadje in goede aarde. Het zaadje heeft dezelfde potentie, maar het zaadje in de arme grond resulteert in een ander plantje dan het zaadje in de goede voedingsbodem. Dat laat het proces van plasticiteit zien, ofwel alles wat leeft kan zich aanpassen. Niet alleen planten, ook bij dieren en mensen. Heel vroeg in het leven ben je plastischer dan later in het leven. Je moet immers al je organen nog ontwikkelen enzovoorts. Bij de moeders van de Hongerwinter was die voedingsbodem heel arm. We zien op hersenscans van de Hongerwinter-baby’tjes dat het brein kleiner is en sneller veroudert. Ook heeft deze groep een grotere kans op chronische ziektes zoals hart- en vaatziekte, suikerziekte, mentale ziektes, depressie en longziektes. Eigenlijk allerlei aandoeningen waar je nog op je 60ste, 70ste, 80ste mee te maken kan krijgen. Daarvan ligt de oorsprong dus al in de baarmoeder.

We zien dat draagmoeders in bijvoorbeeld Georgië onder erg armoedige omstandigheden leven. Maar de baby’s komen wel in het welvarende Westen terecht.

Ja, dat contrast weegt ook mee. Zo’n foetus past zich in de baarmoeder alvast aan op de buitenwereld. Zie het als een soort weersvoorspelling. Als er weinig voedingsstoffen binnen komen, dan is de voorspelling: ‘het wordt allemaal heel karig’, en zal het ongeboren kind een hele efficiënte stofwisseling ontwikkelen etc. Maar als die weersvoorspelling niet klopt, dan kan het hopeloos uit de bocht vliegen. Een ondervoede foetus zal later een grotere kans op overgewicht ontwikkelen, al helemaal als er overal eten beschikbaar is. De situatie waarin die draagmoeders leven, brengt ook een hoop stress met zich mee, kan ik me zo voorstellen. Als je financiën er vanaf hangen al helemaal. Stress tijdens de zwangerschap heeft ook bewezen negatieve effecten op de gezondheid van een baby. Je gaat je afvragen: is dit de optimale start die je je kindje wil geven? Dat baart me wel zorgen.

Kan de draagmoeder ook haar eigen genen doorgeven aan de baby?

Je krijgt je DNA mee van je biologische vader en moeder. Je kan geen DNA krijgen van je omgeving of van de draagmoeder. Maar de omgeving, en zeker in de baarmoeder, heeft wel invloed op het tot uitdrukking komen van je genen. Dus in hoeverre een gen ‘uit’ of ‘aan’ staat, wordt voor een groot deel bepaald door wat er in de baarmoeder gebeurt. Dat noemen we epigenetische programmering. Een voorbeeld is dat de cellen in je hart de eigenschap hebben ritmisch samen te trekken, terwijl de cellen in je ogen dat gelukkig niet kunnen. Dus je DNA is in elke cel hetzelfde, maar niet in elke cel komt dat DNA op dezelfde manier tot uitdrukking. Dit geldt óók voor de kans op ziektes en depressie etc. En in dat licht kan (de omgeving van) een draagmoeder dus invloed hebben op het tot uiting komen van het genetisch materiaal van het kind, terwijl ze geen enkele biologische connectie met de baby heeft. Maar hoe die zogenaamde epigenetica precies werkt en of ze bijvoorbeeld later nog aan- en uitgeschakeld kunnen worden, weten we niet goed. Er is nog veel te weinig onderzoek gedaan.

Vind je het belangrijk dat dergelijk onderzoek er komt?

Het probleem van onvruchtbaarheid is zo iets fundamenteels en iets wat mensen zo diep raakt. Daarom is dit zo’n gevoelig onderwerp, nog los van de ethische discussie en de (ver)oordelen. Het is ingewikkeld om er onderzoek naar te doen omdat commerciële belangen vaak tegen wetenschappelijke belangen in gaan. De belangen van de bedrijven die bemiddelen tussen wensouders en draagmoeders, liggen niet bij onderzoek naar de effecten op een baby uit een draagmoeder. Daarnaast is financiering moeilijk te krijgen voor dit soort onderzoek. Daarom vind ik het zo goed dat jullie ook dit stukje belichten, want je merkt dat veel wensouders zich niet bewust zijn van het feit dat de omgeving voor de geboorte zo’n belangrijke rol speelt.

Wat kunnen wensouders doen?

Ik kan me de frustratie van de stellen goed voorstellen: fysiek ben je gezond en daardoor mag er niet gepraat worden over dat je lijdt. Terwijl mensen om je heen wel zwanger worden. Dat is waar de commercie heel slim op inspeelt, op die oerwens om kinderen te krijgen, die soms leidt tot wanhoop. Ik wil niet oordelen over de manier waarop mensen hun kind krijgen. Maar ze moeten wel weten dat het oude idee dat een foetus een parasiet is, en dat het niet uitmaakt wat je doet tijdens de zwangerschap, niet klopt. Dus het is van belang dat de wensouders goed geïnformeerd zijn voordat ze een beslissing nemen. En klinieken zouden moeten zorgen dat die draagmoeders onder goede omstandigheden leven. De wensouders zouden dat als klant ook goed kunnen aankaarten. Ik vind het heel belangrijk dat aanstaande ouders – of ze nu gebruik maken van draagmoeders of niet – weten hoe belangrijk een goed begin is voor de gezondheid en de ontwikkeling van een kind. Elke ouder wil hun kindje tenslotte een goede start geven.