Regisseur Caspar Haspels stelde psychotraumatherapeut Herman Veerbeek enkele vragen over het zogenaamde wraakprotocol. In onderstaande video vertelt Veerbeek aan de regisseur hoe deze therapie werkt. Lees verder om te ontdekken wat de status van deze therapie is en wat de therapeut doet als het uit de hand loopt.

Wat is de status van het wraakprotocol?

‘’Op dit moment ben ik bezig met een promotieonderzoek. Sinds 2013 geef ik workshops aan psychiaters en psychologen. Ik merk voortdurend dat mensen terugkoppelen dat het heel goed werkt. De aandacht ervoor blijft komen, vanuit Duitsland, Engeland en verder. Momenteel is er nog geen wetenschappelijke evidentie en net als bij medicijnen moet ook hierbij wetenschappelijk aangetoond worden dat het werkt. Dat moet dus gebeuren en dat gaat in twee fases. In de eerste fase voeren zes andere behandelaren dit protocol uit. Met voor- en nametingen kijken we of het protocol effect heeft bij minimaal twaalf cliënten. Als dat goed uitvalt gaan we een groot onderzoek doen waarbij we het woede-protocol, het wraakprotocol gaan vergelijken met AR op maat, een behandelprogramma voor agressiereductie. ‘’

Wat doe je als je weet of vermoedt dat een cliënt iemand daadwerkelijk iets wil aandoen?

‘’Wat ik cliënten vooraf altijd uitleg is: op het moment dat jij het voornemen uit om morgen heel concreet iets gewelddadigs te doen met een ander of met jezelf dan zal ik de geheimhouding moeten doorbreken. Dan licht ik de politie in. Het is heel wat anders als de client allerlei fantasieën heeft tijdens het wraakprotocol. De spanning gaat namelijk weg door het uitvoeren van deze therapie. Alleen op het moment dat ik het stellige vermoeden heb dat de cliënt een heel concreet gewelddadig plan heeft en ik hem daar niet van kan weerhouden, dan stop ik het gesprek en dan verwittig ik de politie.’’

Is dat wel eens voorgekomen?

‘’Ik heb twee keer in een gesprek gezegd dat als de client bij zijn of haar voornemen bleef, dat ik de politie zou gaan bellen. Ik maak duidelijk dat ik hem of haar heel graag wil helpen om van die spanning af te komen en dat mij daar heel veel aan gelegen is. Op het moment dat hij het voornemen heeft om het plan daadwerkelijk uit te gaan voeren ondanks mijn hulpaanbod, stop ik het gesprek en bel ik de politie.’’

Wat doe je als iemand een delict opbiecht?

‘’Als een cliënt iets opbiecht wat hij in het verleden heeft gedaan, een levensdelict bijvoorbeeld, dan ben ik altijd heel duidelijk tegenover hem of haar: ik mag pas ingrijpen en de geheimhouding doorbreken op het moment dat er levens op het spel staan. Of het leven van een ander of het leven van de cliënt zelf. In elke andere omstandigheid niet. Als hij bijvoorbeeld al iemand heeft omgebracht zal ik dat niet aan een ander vertellen. Ik kan mijn werk niet doen als mensen weten dat dingen doorverteld worden. Ik maak dus een onderscheid tussen datgene wat er geweest is: dan mag alles verteld worden. Wat betreft dreigingen voor de toekomst reageer ik anders, daar kan ik wel op handelen.’’

Loop je risico tijdens je werk?

‘’Nee nooit. Het is niet uitgesloten natuurlijk. Het zou kunnen bij mensen met een psychose bijvoorbeeld. Maar ik heb met de cliënten altijd eerst de rem geoefend om toenemende boosheid te kunnen verdragen. Ik geef cliënten altijd de instructie om stop te zeggen als het teveel wordt. We weten precies wat we moeten doen als de cliënt stop zegt: dan volgt onmiddellijk een oefening waardoor de spanning omlaag gaat. Ik heb nooit meegemaakt dat het uit de hand liep. Ik heb wel ervaren dat iemand de stoelleuning kapot kneed, daar heb je best veel kracht voor nodig. De woede is echter nooit naar mij toe gericht. Als therapeut ben ik de begeleider van het geheel en het is niet zo dat de cliënt alleen er voor staat. Als het goed is voel ik intuïtief aan waar hij of zij is. Omdat ik met regelmaat vraag: ‘Wat komt er in je op, wat zie je jezelf doen?’, is het niet een black box die opeens kan knallen. Op het moment dat iemand toch ontregelt en helemaal uit z’n pan gaat dan, ook dan weten we precies wat we moeten doen. Maar dat proberen we natuurlijk voor te zijn.’’

Wat gebeurt er als iemand uit z’n pan gaat?

‘’Als iemand bijna explodeert dan mag hij gelijk naar buiten voor een time out om af te koelen. Als het niet zo erg is dan geef ik vaak de opdracht om een oriëntatie-oefening te doen. ‘Ga maar even naar het raam, kijk maar even naar de bomen, wat is het lelijkste voorwerp hier?’. Door zulk soort vragen wordt de boosheid weer minder.’’

Hoe beëindig je de sessies?

‘’Aan het einde van een sessie hebben we altijd een nagesprek waarbij de centrale vraag is: ‘Wat heb jij nodig om deze week veilig door te komen?’ Als ik daar zorgen over heb of als de cliënt zich daar zelf zorgen over maakt, dan gaan we er uitgebreid op in welke maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat er iets gebeurt. Heel vaak is dat al simpel: ‘Weet je, ik bel je morgen nog even op’. Soms loopt het contact met de crisisdienst en maken we een veiligheidsplan. Dat helpt prima.’’

Kijk de film of lees het interview met de hoofdpersonen