De documentaire 'Love Means Zero' is een portret van de succesvolle maar ook controversiële tenniscoach Nick Bollettieri. In de film zegt hij zelf verantwoordelijk te zijn geweest voor 180 grandslamtitels van zijn protegees. Maar hoe goed is Bollettieri echt en waarom? We vroegen het aan de Nederlandse oud-toptennisser Richard Krajicek.

Wat vond je van de film?
“Ik vond het een goede film. Sommige verhalen kende ik al maar andere dingen wist ik niet. De film geeft volgens mij wel een goed beeld van wie hij is. Hij is een hele gedreven man en heeft voor de tenniswereld denk ik heel veel betekend. Maar de film laat ook de negatieve kant van zijn aanpak zien. Hij is toch ook wel erg hard geweest voor zijn talenten en hij heeft sommigen van hen ook weldegelijk gekwetst.”

Heb je zelf met hem gewerkt?
“Nee ik heb nooit zelf met hem gewerkt. Ik ben wel een paar keer nadat ik gestopt was op zijn tennisacademie geweest. Mijn voormalige coach die mij gedurende mijn hele carrière getraind heeft, Rohan Goetzke, is daar nu namelijk de directeur van het tennisprogramma.”

Is Bollettieri echt zo goed als hij zelf zegt?
“Ja, die 180 grand slam titels zullen niet allemaal volledig en alleen zijn verdienste zijn, maar hij heeft bepaalde spelers echt wel gemaakt. Agassi is daar een goed voorbeeld van. Die heeft hij van jongs af aan helemaal opgeleid. Soms is het wat indirecter gegaan, zoals bij Courier. Bij hem was het misschien wel het revanchegevoel tegenover Bollittieri dat hem heeft gemotiveerd om zijn grandslamtitels te winnen.”

“Maar hij was zeker heel erg succesvol. De oud-bondscoach van Nederland, Stanley Franker, vertelde mij ooit een anekdote die ik heel veelzeggend vond. Bollettieri had verschillende grandslamwinnaars voortgebracht en heel veel succes met zijn spelers, en wij hadden in Nederland eigenlijk alleen maar Tom Okker. Franker heeft toen eind jaren ‘80 een aantal Nederlandse coaches naar Bollettieri gestuurd om te kijken hoe hij dat aanpakt zodat zij wellicht iets konden leren van zijn aanpak. Allemaal kwamen ze terug met verhalen over wat hij allemaal verkeerd deed. Hij doet de techniek verkeerd, de conditietraining verkeerd, etc.. Geen enkele van die coaches kwam terug met iets positiefs dat ze daar hadden opgestoken over motivatie of wat dan ook. En voor Franker was toen eigenlijk in één keer verklaard waarom we zo weinig succes hadden in Nederland.”

Wat was zijn aanpak dan precies?
“Zijn aanpak bestaat ten eerste uit heel veel ballen slaan. Uren maken op de baan. Daarnaast is bij hem werken in een groep heel belangrijk. Spelers maken spelers. Die groepsdruk kan je motiveren om nog net iets harder te werken en nog net iets beter te willen worden. En dat allemaal met heel veel discipline. Met name zijn jeugdspelers werden echt in een soort militair stramien opgeleid. Om negen uur ’s avonds ging het licht uit op de slaapzalen en de volgende ochtend moest je weer heel vroeg op de baan staan. Maar het allerbelangrijkste was zijn nadruk op het mentale aspect van het spel. Je moest kunnen knokken.”

"Het inzicht dat het mentale aspect het belangrijkste aspect is in de tennissport is er denk ik mede door Bollettieri gekomen.”

Richard Krajicek

Wordt zijn methode nu dan ook veel gekopieerd?
“Ik weet niet of zijn stijl echt één op één wordt overgenomen maar zijn nadruk op het mentale vlak is weldegelijk overgenomen door veel coaches. Als je tegenwoordig naar tennis kijkt zie je dat ook terug. Roger Federer is natuurlijk een geweldige tennisser, maar al die andere jongens zoals Nadal, Djokovic en Murray die zijn zo ver gekomen omdat ze er keihard voor gewerkt hebben. Dat aspect is zo ontzettend belangrijk in het tennis. Je moet er alles voor over hebben en het absoluut willen. Het inzicht dat het mentale aspect het belangrijkste aspect is in de tennissport is er denk ik mede door Bollettieri gekomen.”

Kun je zeggen dat het de verdienste was van Bollettieri dat Agassi, Seles, Sharapova en al die andere sterren zo succesvol zijn geworden?
“Uiteindelijk gaat het natuurlijk om de speler. Je moet als speler het talent hebben om een hoog niveau van tennis te kunnen halen en je moet het talent hebben om ervoor te willen en kunnen vechten. Maar een coach kan dat talent in meer of mindere mate aanwakkeren en er zo mede voor zorgen dat je bijvoorbeeld de top 10 haalt in plaats van de top 100.  De grote kracht van Bollettieri is dat hij een ongelooflijk goede motivator is. Bij de BBC-radio werd hem ooit gevraagd wat hij tegen Andy Murray zou zeggen als hij zijn coach was geweest om ervoor te zorgen dat hij Wimbledon zou winnen. Bollettieri gaf toen uit de losse pols een speech die zelfs mij er bij wijze van spreken van overtuigde dat ik Wimbledon nog wel een keer zou kunnen winnen op mijn veertigste."

Zou jij nog succesvoller zijn geweest wanneer je onder Bollettieri getraind zou hebben?
“Nee dat denk ik niet. Ik heb een hele strenge jeugd gehad op tennisgebied en ik merkte dat ik tijdens mijn carrière juist een coach nodig had die zich heel erg kon inleven in mij. Mijn vader pushte mij vroeger om heel hard te werken en ik denk dat ik daarom een coach nodig had die af en toe een stapje terugdeed of me erdoor heen hielp als ik er mentaal even doorheen zat. Die heb ik gelukkig gevonden en die heeft denk ik het maximale uit mij gehaald. Uiteindelijk werkt de methode Bollettieri natuurlijk niet voor iedereen even goed.”

Geeft hij nog steeds zelf les op zijn academie?
“Ja hij loopt daar wel nog steeds rond en geeft af en toe nog wel lesjes. Maar het belangrijkste zijn denk ik de toespraken die hij geeft voor de groepen. Met zijn enorme talent om te motiveren is dat denk ik iets waar zijn pupillen nog steeds heel veel van leren. Natuurlijk zijn er wel wat dingen veranderd. Er lopen andere coaches rond en volgens mij gaat ook niet meer om negen uur ’s avonds het licht uit. Ook zijn er nu een aantal andere sporten bij gekomen zoals American Football. Maar de oorspronkelijke filosofie van hard werken en er alles voor opzij zetten, dat staat er nog steeds hoog in het vaandel. De academie creëert een topsportklimaat waarbij sporters ook elkaar moeten inspireren zoveel mogelijk uit zichzelf te halen.”

Richard Krajicek (1971) is, na Tom Okker, de meest succesvolle Nederlandse prof-tennisser in het enkelspel ooit. In 1996 won hij Wimbledon en werd daarmee de enige Nederlandse tennisser die ooit een grandslam won. Tegenwoordig is hij toernooidirecteur van het ABN Amro Tennistoernooi en zet hij zich met zijn Krajicek Foundation in voor de aanleg van veilige sportplekken met begeleiding in aandachtswijken.