‘Alicia’ liet weinig kijkers onberoerd. VPRO, 2Doc, Jeugdbescherming maar natuurlijk ook regisseur Maasja Ooms, Alicia en haar moeder werden overspoeld met berichten vol emotie via allerlei soorten kanalen. Hoe was dit voor Alicia, haar moeder en regisseur Maasja Ooms? En wat gaat er gebeuren nu de grootste aandacht voor dit onderwerp in de media is weggeëbd?

Wieneke van Koppen

In gesprek met regisseur Maasja Ooms

Honderden reacties

Maasja Ooms kreeg honderden reacties naar aanleiding van ‘Alicia’. ''De film is gitzwart, dus ik snap heel goed dat hij veel losmaakt bij de kijker. Dat ‘Alicia’ zo massaal bekeken werd, had ik niet verwacht. Reacties van verdrietige en wanhopige kijkers bleven maar binnenstromen.’’ Kijkers wilden in actie komen en ook jeugdprofessionals benaderden Ooms. ''Medewerkers van de laatste instellingen waar Alicia verbleef, zeiden dat zij pas door de film de aanleiding zagen van het gedrag van Alicia in plaats van alleen de uitwerking. Een eerste tehuis ziet nog waarom een kind boos is, bijvoorbeeld door het gebrek aan perspectief. Wanneer de problemen groeien en een opstandig kind steeds maar doorgeplaatst wordt, baseren volgende tehuizen het problematische gedrag vooral op lijvige rapporten. Ze denken dan: 'Jij hebt problemen en we moeten je goed aanpakken’. Dat creëert meer woede en onveiligheid bij het kind en de situatie wordt zo erger en erger. Door de reacties leerde ik dat ‘Alicia’ onbedoeld dus ook aan het licht brengt dat de instellingen zelf na vele doorplaatsingen niet meer overzien waar het gedrag van een kind vandaan komt.’’

Er zit zo’n diepe onzekerheid in haar dat zij niet oké is. Met deze film hoop ik bij te dragen aan het besef dat de schuld niet bij haar ligt. 

Maasja Ooms

Snoepgoed, knuffels, boeken en een zilveren ketting

Behalve Ooms, kreeg Alicia ook veel reacties. ‘’Kijkers wilden van alles doen. Rond de feestdagen stuurden zij Alicia vrijblijvend een lief kaartje. Dat waren er uiteindelijk honderden. De berichten op social media reken ik daar niet bij, die heeft ze niet gezien. Behalve kaartjes ontving Alicia ook cadeautjes: snoepgoed, knuffels, boeken, truien en zelfs een zilveren kettinkje. Op artikelen uit de krant was ze erg trots en wanneer ik een toezegging voor een festival in het buitenland kreeg, zette ze de telefoon direct op de speaker voor haar hele afdeling: ‘Kun je nog even herhalen waar ze de film nog meer gaan zien, Maasja?’. Ze grappen daar dat ze inmiddels een echte bekendheid is. Hoe heftig Alicia’s verhaal ook is: het lijkt haar goed te doen dat ze gezien wordt. Haar lot lijkt er wat lichter door te worden. Ik zag haar vorige week en sinds tijden zag ze er weer stralend uit. Dat is wel eens anders geweest. Er zit zo’n diepe onzekerheid in haar dat zij niet oké is. Met deze film hoop ik bij te dragen aan het besef dat de schuld niet bij haar ligt. Volgens gedragswetenschappers is het goed dat anderen bevestigen dat zij niks aan haar situatie kan doen. Dat blijf ik dus herhalen.’’ Maasja Ooms ziet Alicia nog maandelijks. De moeder van Alicia heeft Ooms ook gesproken en ook zij heeft veel reacties gehad. ‘’Ze weet dat dit niet haar verhaal is, maar dat van Alicia. Daardoor is het zo dat moeders verhaal niet helder naar voren komt in de film. Ze wordt soms aangekeken op dingen die voor haar heel pijnlijk zijn. De negatieve reacties accepteert en incasseert ze, maar dat laat natuurlijk geen mens onberoerd. Niemand wil een slechte moeder zijn.’’

Tehuizen moeten overbodig worden

Verschillende zorgprofessionals spraken zich uit over de problematiek die in de film naar voren komt. ‘’Een kinderpsychiater zei tegen mij: ‘Negentig procent van de kinderen met leukemie overleefden de ziekte dertig jaar terug niet. Daar is een oplossing voor gevonden. Nu overleeft negentig procent. Waarom kunnen we de jeugdzorg, waarvan je denkt dat de oplossing simpeler is, niet ook onderzoeken en verbeteren?’ Die uitspraak vond ik zeer treffend. Ook kinderrechters en bestuurders van instellingen herkennen het verhaal. Zo zei een bestuurder van een residentiële instelling (een tehuis, red.) in Amsterdam: ‘In the end moeten wij overbodig worden. Kinderen hebben verzorgers nodig en hoe goed hulpverleners ook hun best doen, een tehuis is niet het ideale leefklimaat voor kinderen.’ Ik vind het heel bijzonder dat een directeur van zo’n instelling dit zegt. Als we niks nieuws organiseren, blijven kinderen via kinderrechters doorstromen naar residentiële instellingen. Er moet dus nagedacht worden over een nieuwe oplossing. Omdat de enorme aandacht voor het onderwerp zich via de film nu naar mij richt, is het weinige dat ik kan doen die energie bundelen. Samen met Willemijn Cerutti, de producente van 'Alicia' zijn we daarom een impactcampagne aan het opzetten. Met financiering van o.a. Het Vergeten Kind organiseren we in april, mei en juni tien speciale bijeenkomsten.''

In de nasleep van de film werd duidelijk dat iedereen het over hetzelfde eens is: dit kan zo niet langer. 

Maasja Ooms

Dit kan zo niet langer

Wat kunnen we daarvan verwachten? ‘’In de nasleep van de film werd duidelijk dat iedereen het over hetzelfde eens is: dit kan zo niet langer. Vanuit die eensgezindheid organiseren we bijeenkomsten door het hele land waar zorgprofessionals, studenten, ervaringsdeskundigen en iedereen die het interesseert met elkaar in dialoog gaan. Ik zoek sterke geesten uit de zorg met veel kennis en lef om zich uit te spreken en waarvan ik hoop dat zij het belang kunnen onderstrepen naar beleidmakers toe dat kinderen als Alicia net als iedereen een vaste plek moeten krijgen waar ze zich veilig en thuis voelen. Ik hoop dat het niet blijft bij loze beloften, maar dat dit onderwerp goed onderzocht wordt.’’ Maasja Ooms vervolgt: ‘’Ik maak al twintig jaar films. Als beginnende maker had ik veel hoop dat ik met films iets kon veranderen. Later veranderde dat en zag ik films steeds meer als een document voor op de grote hoop: er wordt zoveel gemaakt. Het is belangrijk om dingen aan te blijven kaarten, maar ik had er niet de fiducie in dat het zoveel los zou maken. Ik vind het heel hoopvol dat dat nu wel gebeurd is. Of het vastgeroeste systeem kan veranderen, weet ik niet, maar ik hoop het wel. Daarom organiseren we deze bijeenkomsten en willen we de uitkomsten vanuit de tien avonden in een soort manifest gaan trechteren. Om het breder te trekken zullen we dat, in de herfst van 2018, in een landelijke bijeenkomst presenteren. Zo wil ik mijn steentje bijdragen voor kinderen als Alicia, die in de wandelgangen carrouselkinderen genoemd worden. Die carrousel moet dus stoppen.’’

Wat kan jij doen?

‘’Realiseer je dat Alicia een gezicht heeft gekregen, maar duizend andere kinderen in soortgelijke situaties niet. Er moet iets veranderen en het is aan gemeenten om de drempel te verlagen voor mensen die iets willen betekenen. Als je geen pleegouder wilt worden, kan er momenteel nog niet zoveel. Mensen die zich willen inzetten nodig ik van harte uit om van zich te laten horen in onze bijeenkomsten!’’ 

Over de documentaire