De sfeervolle tangolokalen van Buenos Aires vormen het beginpunt van de documentaire. De tango is het muzikale genre waar de meeste mensen aan denken wanneer het over de bandonéon gaat. Dat er echter veel meer over het instrument te vertellen valt blijkt wanneer het verhaal zich verplaatst naar de ruige berglanden in het Noord-Westen van Argentinië. Dit is de thuisbasis van de charismatische bandonéonist Daniel Vedia. Hij geldt als een virtuoos van de Argentijnse volksmuziek en treedt overal op, van gauchofestivals tot concertzalen.
Naast zijn eigen optredens leert Vedia arme studenten spelen op de bandonéon. Dat is niet eenvoudig aangezien bandonéons een schaars goed zijn in Argentinië. De instrumenten die de mooiste klanken voortbrengen, zijn de bandonéons die begin twintigste eeuw met de Duitse immigranten naar Argentinië kwamen. Deze hebben in de loop der tijd een heel karakteristieke klank gekregen. Juist deze oude bandonéons raken echter versleten of worden gekocht door toeristen. Omdat de authentieke instrumenten ook nog eens erg duur zijn, spelen Daniels studenten op 'nep bandonéons', gemaakt van wijnpakken. Dat doet echter niets af aan hun liefde voor het instrument.
Regisseur: Jiska Rickels