2Doc Kort:

De Kinderen van Møkum, en ik

BNNVARA

In Amsterdam woont een groep jonge idealistische vrienden in hun kraakpand. Halverwege valt het krakerscollectief uit elkaar en de filmmaker besluit hen te confronteren met haar teleurstelling.

'De Kinderen van Møkum, en ik' is een persoonlijke documentaire over een groep jonge idealistische vrienden in hun kraakpand in Amsterdam. Als het krakerscollectief halverwege de film uit elkaar valt, blijft de filmmaker gedesillusioneerd achter en besluit ze de jonge krakers met haar gevoelens van teleurstelling te confronteren.

Ze noemen zich de Kinderen van Møkum; een Amsterdamse vriendengroep die besloot om, letterlijk, een plek voor zichzelf op te eisen in hun geboortestad. Op de hielen gezeten door politie en pers trekken ze van kraakpand naar kraakpand met een duidelijke boodschap: maak de stad niet te duur voor de nieuwe generatie Amsterdammers.

Filmmaker Dikla Zeidler, geboren in een socialistische kibboets in Israël maar op jonge leeftijd verhuisd naar een burgerlijk bestaan in Nederland, herkent zichzelf in deze jonge krakers die ze op het nieuws ziet. Gefascineerd door hun jeugdige radicaliteit besluit ze deze groep te volgen in wat volgens haar ongetwijfeld het begin van een nieuwe protestbeweging -misschien zelfs een revolutie- zal worden.

De persoonlijke documentaire begint vlak nadat De Kinderen van Møkum erin slagen een rechtszaak te winnen tegen ontruiming van het pand dat ze een paar maanden eerder hebben gekraakt en liefkozend Het Kløkhuis noemen. De stemming is euforisch. In hun eigen kleine paradijs gaat het los: ze bouwen, koken, drinken, feesten, dansen, en tegelijkertijd organiseren ze volkskeukens en performance-avonden en bieden onderdak aan eenieder die het nodig heeft.

Maar het samenwonen met zo’n grote groep en de gebreken van het kraakpand beginnen hun tol te eisen. Het momentum van de protestbeweging de Kinderen van Møkum lijkt definitief voorbij te zijn. De filmmaker, die deze ontwikkelingen met lede ogen aanziet, besluit de jonge idealisten met haar gevoelens van teleurstelling te confronteren.

Regie: Dikla Zeidler

'Ik vind volwassen worden een grote teleurstelling'

In gesprek met regisseur Dikla Zeidler

Tekst: Kitty Munnichs

In de documentaire ‘De kinderen van Mokum, en ik’ brengt documentairemaker Dikla Zeidler (1984) een bezoekje aan de jonge, activistische krakersbeweging van Amsterdam. Uiteindelijk volgt ze twee jaar lang de vrijgevochten vriendengroep bestaande uit veelal in Amsterdam geboren en getogen jongeren. Een groep die vol energie, creativiteit en idealen veranderingen probeert te maken in het woningbeleid van de stad. ‘Zij waren wie ik wilde zijn, toen ik jong was.’

Hoe verhoud jij je tot de kinderen van Mokum?
‘Ik ben 37 jaar, een stuk ouder dan de jongeren uit de documentaire. Toch ben ik nog jong genoeg om me te herkennen in hun levensfase. De fase waarin je nog naïviteit hebt, en tegelijkertijd ook een stap richting de volwassenwereld zet. Een fascinerende levensfase, als je het mij vraagt.’

Hoe heb je die fase zelf ervaren?
‘Je zou het ‘teleurstellend’ kunnen noemen, of ontnuchterend. Ik vind volwassen worden een grote teleurstelling. Als je ouder wordt ga je jezelf steeds meer censureren en probeer je steeds minder snel nieuwe dingen uit. Het wordt steeds gemakkelijker om te denken: ‘We gaan tóch nooit iets veranderen in de wereld, laten we dan maar niets doen.’ Ik weet dat dat natuurlijk onzin is, maar de ontnuchtering is wel onderdeel van volwassen worden. Ik geloof daarom dat protest en verandering echt uit jongeren moet komen. En de volwassenen moeten mee, natuurlijk. Maar de jongeren hebben nog die energie en voelen haarfijn aan waar het onrecht in de samenleving zit.’

In de documentaire zien we dat je aanklopt bij ‘Het klokhuis’, het gekraakte pand van de kinderen van Mokum. En hoe ging dat toen, klopte je echt gewoon bij hen aan?
Lachend: ‘Nee, je moet nooit met een draaiende camera aankloppen bij een kraakpand. Dat doen echt alleen mensen van Dumpert of GeenStijl. De scène die je in de film ziet is een beetje in scène gezet. Via mijn stiefdochter heb ik de kinderen van Mokum leren kennen. Toen ik begon met filmen had ik al maanden met ze rondgehangen, besproken hoe we het aan zouden pakken en veel research gedaan.’

Waar gaat jouw film meer over: over activisme of over jong zijn?
‘In het begin ging het me voornamelijk om het activisme. Toen ik ze beter leerde kennen raakte ik door henzelf geïntrigeerd: hun hechte vriendschappen, creativiteit en activistische manier van leven. Dat raakte me heel erg, zij waren wie ik wilde zijn toen ik jong was. Het activisme verdween gedurende het maakproces meer naar de achtergrond. Hoewel de vriendengroep overeind bleef, viel het activistische collectief uit elkaar.’

En dat was een grote deceptie...?
‘Eerlijk gezegd duurde het best wel lang voordat ik doorhad dat er van alles mis was. Toen ik ze net had leren kennen waren ze best actief: ze organiseerden volkskeukens, naaktschilderworkshops, performance avonden, Extinction Rebellion kwam bij hen vergaderen. Het duurde zeker een half jaar voordat het minder werd. Ze hadden hele grote plannen maar uiteindelijk werden die niet uitgevoerd. Steeds dacht ik: ‘Dit komt wel weer goed’. Totdat mijn producent en regiecoach mij een spiegel voor hielden. Ik moest onder ogen komen dat er waarschijnlijk niets meer zou gaan gebeuren. Toen kwam mijn teleurstelling steeds meer boven drijven…’

'Hoewel de vriendengroep overeind bleef, viel het activistische collectief uit elkaar'

Dikla Zeidler, regisseur

Lees verder onder de afbeelding

Wat veroorzaakte precies die teleurstelling?
‘Het voelde bijna alsof ik een ouder was die mijn kind jarenlang naar pianoles had gebracht. Tot op het moment dat het kind puber wordt en zegt: ‘Ik wil niet meer naar pianoles’. Ik snapte er niets van en het raakte me echt. Ze waren zo goed bezig en ik vond het zo jammer dat ze geen acties meer ondernamen. Ergens natuurlijk heel stom: het was mijn teleurstelling. Ik was degene die op zoek was naar een grootse beweging. Ik had mijn verwachtingen bij hen neergelegd en zei nu: ‘Jullie hebben het niet goed gedaan want jullie hebben het nog geen twee jaar vol gehouden!’

Tegelijkertijd werd de film hierdoor juist interessant. Nu kon ik laten zien waar het lastig werd. We zijn allemaal, bewust of onbewust, erg gefocust op succes, op voorbeeldfiguren. Ik ook. En dat terwijl het leven vaak helemaal niet zo makkelijk gaat. Iedereen krijgt te maken met worstelingen. Ik zie nu in dat het juist mooi is dat de deze beweging er was. En dat er nu weer iets anders kan ontstaan.’

Zijn de kinderen van Mokum in jouw ogen mislukkelingen?
‘Nee, zeker niet! Ik vind het ook vervelend als deze jongeren worden weggezet als een stelletje nietsnutten die niets voor elkaar hebben gekregen. Ze hebben veel voor elkaar gekregen. Als een van de weinigen wonnen zij een rechtszaak tegen een ontruiming. Ik vind deze groep jongeren nog steeds erg inspirerend. Het zijn te gekke mensen, enorm getalenteerd. Ze passen niet goed in de bestaande hokjes en in de maatschappij. Ik denk dat dat hen in eerste instantie ook bij elkaar heeft gebracht. Ik hoop dat mensen zien dat deze jongeren serieus te nemen zijn, ze hebben echt wel iets te zeggen.’

Wat heb je geleerd van de kinderen van Mokum?
‘Ik heb echt van hen geleerd dat het allemaal niet zo groots hoeft te zijn. Ik ben veel bewuster geworden over hoe ik met mijn idealen iets kan doen op een kleine manier. Zo stoort het mij dat er in Amsterdam heel veel bezorgers zijn. Daarom heb ik besloten om geen eten of boodschappen te laten bezorgen. Ik kan wel blijven klagen maar als ik zelf geen kleine verandering maak, dan hou ik het in stand. Door de kinderen van Mokum ben ik ook veel vaker naar demonstraties gegaan. Het heeft iets heel troostend als je het mij vraagt, om met z’n allen ergens tegen op te staan.’

'Het heeft iets heel troostend om met z’n allen ergens tegen op te staan'

Dikla Zeidler, regisseur

Hoe gaat het nu met de kinderen van Mokum?
‘De groep noemt zichzelf niet meer zo. Maar dat betekent absoluut niet dat ze ineens niets activistisch meer doen. Ze doen het alleen niet meer op diezelfde manier. Ze zijn nog steeds betrokken bij (woon)protesten en een deel van hen is aan het kraken in Rotterdam. Ook blijven ze fantaseren en dromen. Zo hopen ze ooit een boerderij ergens in Zuid-Europa te hebben en daar een zelfvoorzienende gemeenschap op te richten. Dat lijkt mij te gek. Als die plannen door gaan dan zou ik zo een ‘tien jaar later’ film over hen maken.’