Wat ooit een respectabel beroep was, veranderde in een vak waar je niet over praatte, totdat het bij wet verboden werd. Door corona verdween de laatste nerts afgelopen december uit Nederland, drie jaar eerder dan gepland. Joyce de Badts volgde de nertsenhouders in het laatste jaar van hun geliefde en gehate traditie.

Joyce de Badts groeide op in een familie van nertsenhouders. Haar vader had een nertsen-farm en haar opa, Jan de Badts, was zelfs een bekendheid in de kleine beroepsgroep. Die connectie gaf haar als documentairemaker een unieke ingang in een wereld die normaal gesloten is.

Ruim een jaar lang maakte ze opnames op verschillende farms om het proces te volgen van een verdwijnend ambacht. Ze was erbij voor de Corona-crisis uitbrak, voordat duidelijk werd dat nertsen extra gevoelig zijn voor het virus, en voor bekend werd dat de bedrijfstak versneld afgebouwd moest worden. Zo kon ze niet alleen de jaarcyclus vastleggen van pup tot pels, maar ook het onbegrip, de woede en de angst om iets totaal nieuws te beginnen. Want wat moet je met zo’n farm als alle nertsen weg zijn?

Joost Knijnenburg groeide als jongetje op tussen de nertsen. Het was vanzelfsprekend dat hij het bedrijf van zijn ouders over zou nemen: “Ik heb toevallig laatst de communievideo nog eens gekeken. Al die jongens in mijn klas wilden profvoetballer worden, maar ik wou nertsenfokker worden.” Ook al was het al langer duidelijk dat de sector ten einde liep, hij maakte geen plannen voor de toekomst. Joost: “Als morgen nou iemand zegt over 5 jaar mag je geen journalist meer zijn, terwijl dat iets is wat je heel graag doet en waar je eigenlijk niemand geen kwaad mee doet, dan wil je toch ook geen groenteboer worden?”

Nertsenhouders praten normaal niet met de pers: die zijn tóch tegen bont en -net als de overheid- niet te vertrouwen. Zelfs de kleindochter van de grote Jan de Badts mocht bij veel nertsenhouders geen opnames maken, zeker als ze al eerder hadden besloten om hun dieren op te geven: ze waren bang om door oud-collega’s gezien te worden als verraders. Toch slaagde Joyce erin om zelfs hen voor de microfoon te krijgen. Rina Manders maakte jaren geleden al de overstap en het afscheid viel haar zwaar: “Pas als je ziet dat er achter die muur ook leuke dingen zijn, dan verandert je kwaad zijn, je verdriet. Dan verandert dat in iets... nieuwsgierig naar wat er achter die muur is.” Manders bouwde haar farm om tot een autobedrijf.

'Al die jongens in mijn klas wilden profvoetballer worden, maar ik wou nertsenfokker worden'

Joost Knijnenburg

De documentaire maakt duidelijk hoe sommige tradities ingehaald worden door de tijd en hoe verbijsterend dat is voor de mensen die dat niet zien aankomen. Zo blijkt het houden van nertsen niet wezenlijk te verschillen van stierengevechten of Zwarte Piet. Wat doodnormaal was, is fout geworden. Wat overblijft is de verbittering van het verlies en -in sommige gevallen- een bijzonder vermogen om de sprong te wagen naar het moderne leven.

Maker: Joyce de Badts
Montage en advies: Wederik de Backer
Muziek: Joachim Badenhorst
Eindredactie en stem: Jair Stein
Met dank aan: Dirk-Jan Verdonk, de familie Knijnenburg, Rina Manders, de familie Meijer, Arie en Gerrie Penninckx