Regisseur Joost van der Wiel (1983), bekend van de prijswinnende film Drømmeland, volgt in zijn nieuwe documentaire de pogingen van Gemeente Rotterdam om uitkeringsgerechtigden op te leiden tot een baan in de ouderenzorg. In zijn observerende film ziet hij hoe enthousiaste deelnemers vol overgave aan hun stage beginnen. Wat leerde hij van dit proces? 2Doc.nl stelde de regisseur drie vragen.

Van der Wiel maakte eerder de film De Hoeder (2017), over een 92-jarige huisarts. Waarom wilde hij nog eens een film maken over de verplegingszorg?

'Toen ik voor De hoeder samen met huisarts Nico van Hasselt bij allerlei verzorgingstehuizen over de vloer kwam, wilde ik daar meer over weten. Daarnaast naderde ik mijn veertigste levensjaar. Ik zag hoe mijn ouders en hun generatiegenoten ouder werden en voor het eerst vroeg ik me af hoe die fase van het leven eruitziet. Ouderenzorg was voor mij nog een heel onbekende wereld. Hoe kan je een sector runnen waarbij 100.000 vacatures zijn? Waar kom je dan terecht? En wat maakt dat werk complex? Dat hoopte ik met deze film te onderzoeken.’

‘Ik wist van de personeelstekorten in de zorg. Toen ik een tijdje meeliep in verschillende verzorgingstehuizen, zag ik direct dat er wel veel nieuw personeel binnenkomt. Het probleem is vooral dat personeel snel weer uitstroomt. Ik hoorde dat er te weinig tijd is om nieuwe zorgmedewerkers echt te begeleiden, terwijl dat noodzakelijk is bij zo’n complex vak. Toen ik dit project zag, waarbij de Gemeente Rotterdam op zoek ging naar uitkeringsgerechtigden met een liefde voor de zorg, en hen extra begeleiding geeft bij het inwerken, was ik gelijk verkocht.’

Wat leerde de regisseur van dit filmproces?

Met extra aandacht kunnen mensen groeien
Van der Wiel: ‘Ik zag bij mijn research dat mensen best snel worden afgeschreven, omdat ze in het begin wat bagage meenemen. Sommige mensen moeten bijvoorbeeld echt nog leren om afspraken na te komen.

Daar kan je snel vertrouwen in verliezen, maar met een beetje extra aandacht, waar bij dit project in Rotterdam ruimte voor is, kunnen de deelnemers ongelooflijk groeien. Ik zag hoe sommige studenten opbloeiden tot waardevolle werknemers. En meer dan dat: ze kunnen hun bagage inzetten om anderen te helpen.

Mensen zijn moeilijk in te schatten
Van der Wiel: ‘Aan het begin van dit proces moest ik mensen selecteren om een langere tijd te volgen. Daarin wilde ik een balans in mensen die het makkelijk leek af te gaan, en mensen die het spannender vonden. Ik was dus druk met inschatten en oordelen en in de toekomst proberen te kijken.

Daar zat ik er soms ongelooflijk naast. Toen ik Iman, een personage in de film, voor het eerst ontmoette, was ze hartstikke zenuwachtig. De spanning knalde ervan af en ik had niet verwacht dat ze het zou redden. Juist zij is op het einde van de serie als een vis in het water, hartstikke ontspannen, helemaal zichzelf. Aan de andere kant volgde ik sommige deelnemers waar ik veel vertrouwen in had, maar die toch sneller dan ik had verwacht afvielen.’

Er moet meer aandacht komen voor de zorg
Van der Wiel: ‘Ik denk dat we allemaal vrij snel een hele hoge lat leggen voor hoe we vinden dat de zorg zou moeten zijn. Mensen moeten aandacht krijgen, gezond eten en goed gezorgd worden. En dat in een fijne omgeving, zoals we zelf ook oud willen worden.’

‘Maar om zulke zorg te kunnen bieden, heb je soms wat extra’s nodig. Daar moet geld voor worden vrijgemaakt. Er moet extra aandacht in, want puur verwachten dat daar continu mensen staan die ouderen net zo verzorgen als dat je je eigen ouders verzorgen, dat is nogal wat. En als je elke dag vijfentwintig mensen moet verzorgen… Soms heb je ook een keer een klote dag, en zit het tegen, of moet je nog iets leren... Ja, daar is gewoon niet genoeg aandacht voor. Ik denk dat het niet genoeg waardering krijgt voor hoe belangrijk het is.

Meer films van Joost van der Wiel