Alpe d'Almere

Alpe d'Almere

VPRO

Nederland is wereldberoemd om grote infrastructurele werken als de Deltawerken of de Afsluitdijk. Nu komt er een nieuw project bij dat alle voorgaande in de schaduw zal zetten; een berg van 2000 meter in Flevoland. Wel moet dan eerst 77 miljard kubieke meter zand worden opgespoten voor het hoogste en grootste bouwwerk ooit gemaakt. Ter vergelijking: het hoogste gebouw van de wereld (in Dubai) komt 'slechts' tot 828 meter. Toch weten ingenieurs, sportbonden en architecten het zeker: 'De berg komt er'.

In de radiodocumentaire Alpe d'Almere ontdekt radiomaker Jan Maarten Deurvorst dat de berg, hoe absurd ook, wel degelijk haalbaar is. De Nederlandse berg is een bedenksel van ex-wielrenner annex columnist Thijs Zonneveld die op die manier de geografische achterstand van Nederland op sportgebied wil opheffen. Zeker drie maanden per jaar zal de Nederlandse berg onder een een dik sneeuwpak liggen en daarmee geschikt zijn voor skiën en snowboarden. Zonneveld wil ook een hooglandbaan aanleggen voor schaatsers waardoor er eindelijk weer wereldrecords gereden worden op Nederlandse bodem.

Maar de weerstand is ook enorm. Zo reageert professor Aardwetenschappen Klaas van Egmond woedend dat ingenieursbureaus, politici en media deze 'hedonistische preoccupatie met het prikkelen van de zintuigen' serieus nemen. Hij noemt het project uiterst decadent, zeker in de huidige crisis waarin er niet eens geld is voor de opkoop van een klein perceel in Flevoland ten bate van de Ecologische Hoofdstructuur. "De Nederlandse berg duidt op het einde van de beschaving." Ook de meeste Almeerders blijken niet echt ingenomen met een tweeduizend meter hoge berg pal naast hun stad.

De gevolgen van de aanleg van een berg blijken ook groot. Zo zou Amsterdam wel eens twee meter kunnen stijgen. Ook gaat het in de hoofdstad waarschijnlijk twee keer zo veel regenen, vertelt een medewerker van Meteoconsult. In Kampen, aan de andere kant van de berg, zal het juist warmer en droger worden.

Regie: Jan Maarten Deurvorst, NTR, 2011