Niemand twijfelde aan de vooruitgang & Ouwe rotten in de wetenschap

Radio Doc

NPS, RVU, VPRO

In de jaren 60 & 70 van de vorige eeuw moesten Heveskes, Oterdum en Weiwerd , drie Groningse dorpjes onder de rook van Delfzijl, wijken voor de oprukkende chemische industrie. Een voor een werden de huizen gesloopt. De operatie bleek voor niets; er kwam wel industrie, maar niet op de schaal waar men destijds van droomde. Rene Oomen ging kijken in Weiwerd. Er staan nog een paar gebouwen overeind en er wonen nog een paar mensen. Maar het is er troosteloos, een spookdorp.

Oomen reconstrueert hoe het destijds gegaan is. Hij vraagt de betrokkenen waarom de geplande industrie niet van de grond kwam en of die grootse plannen eigenlijk wel reëel waren. ‘Niemand twijfelde aan de vooruitgang’ zegt een oud-wethouder nu.

Regie: René Oomen (NPS), 2010

Ouwe rotten in de wetenschap

Remy van den Brand (VPRO), 2007

Een serie gesprekken met hoogleraren die ook na hun pensioen het onderzoeken niet kunnen laten. Deze week: 'Dol op stenen'. Bert Boekschoten heeft een hekel aan sport, zinloze beweging. Maar wandelen over bergen en duiken, dat gaat vanzelf. Als er maar stenen of dieren aan 't eind liggen, dan is hij tevreden. Die voorliefde voor stenen, meer specifiek fossielen begon op zijn negende. Een steen met een diertje erin, fascinerend! Inmiddels is Bert Boekschoten 73 maar die eerste verwondering is nog geenszins gezakt.

Hij studeerde geologie, werkte aan de universiteit in Groningen en de Vrije Universiteit in Amsterdam en op de laatste is hij nog vaak te vinden. Boekschoten is weliswaar allang met emeritaat, maar werkt nog steeds met veel plezier. Hij geeft cursussen voor ouderen en maakt nog regelmatig een onderzoeksreis. Want zoeken naar fossielen deed en doet de paleontoloog over de hele wereld. Hoewel zijn werkkamer vol stenen ligt, is er nog wel een ding dat hij graag wil vinden: een schedel van een oermens. “Maar ja, dat is natuurlijk een soort natte droom. De kans dat je die vindt, is kleiner dan het winnen van de loterij.”