Nederland kampt met een asielopvangcrisis en een wooncrisis. Je zou denken dat die problemen zich moeilijk tegelijk laten oplossen, sterker nog, op het eerste gezicht lijken ze elkaar juist te beconcurreren op de toch al krappe huizenmarkt. Maar in Utrecht zien ze dat anders, daar is een azc waar asielzoekers samenwonen met Nederlandse jongeren. Hoe werkt dat dan, vroeg radiomaker Misha Koole zich af? Hij volgde de jongeren een dik half jaar en maakte de documentaire Hun opvang, mijn huis.

Zayira is één van de jongeren die op het azc woont. Ze was door het dolle heen toen ze eindelijk een kamer had gevonden, maar realiseerde zich pas na verloop van tijd waar ze ja tegen had gezegd:

 

“Dat we als 30 jongeren tussen 300 asielzoekers gingen wonen. Het is natuurlijk wel goed om te beseffen dat niet iedereen hier met plezier zit. Je moet niet verwachten, één en al Kumbaya, lekker feestjes vieren. Dat was wel even een reality check voor mezelf, ja.”

 

De jongeren huren niet alleen een kamer, er wordt ook van ze verwacht dat ze actief bezig zijn met het ontmoeten en helpen van asielzoekers.

“Dit is een huisvesting-project bedoeld om integratie te bevorderen”,

legt Ton van Stichting Tijdelijk Wonen uit. Hij is verantwoordelijk voor de huisvesting en de inzet van de jongeren. Zayira heeft daar geen moeite mee:

Er wordt ook niet gecontroleerd op uren ofzo”

Maar andere jongeren worstelen met de hoge verwachtingen van het project:

“Het is niet alsof wij de huizen van al deze bewoners kunnen gaan schilderen, of dat we iedereen vloeiend Nederland leren spreken. Daar kunnen we natuurlijk nooit aan voldoen.”

Niene Oepkes en Jan Braat, de bedenkers van het project, realiseerden zich tien jaar geleden dat het niet alleen belangrijk was om asielzoekers te huisvesten, maar dat je ook de zorgen van de buurtbewoners serieus moest nemen.

Het lijkt een controversieel idee, maar de filosofie van het project ontstond uit pure noodzaak. Toen de gemeente Utrecht rond 2015 bekendmaakte in de wijk Overvecht een tijdelijk azc te willen neerzetten, stuitten ze op veel boze wijkbewoners. Die waren ervan overtuigd dat hun wijk al genoeg problemen had.

“Hun kinderen moesten tien jaar wachten op huisvesting en die vluchtelingen, die kregen maar van alles. De buurt zei: we steken de tent in de hens, we gaan knokploegen opzetten. ”

 

Om de boze Overvechters tegemoet te komen bouwden ze een azc met een koffietent waar de hele wijk welkom was, organiseerden ze cursussen en activiteiten voor wie maar wilde én stelden ze een deel van het azc beschikbaar aan jonge Overvechters die wanhopig op zoek waren naar een kamer. Die aanpak wierp zijn vruchten af:

“Langzaam maar zeker werd het rustiger en merkte de bewaking dat ze steeds minder te doen hadden, omdat het er gewoon gezellig was en mensen praatten en ondernamen met elkaar. De buurt kwam niet aanvallen, er gebeurde helemaal niets geks.”

 

Maar nu, een decennium later, zijn de tijden veranderd. Er is niet alleen sprake van een enorm tekort aan opvangplekken, er waait ook nog eens een politieke wind door ons land die migratie het liefst zoveel mogelijk aan banden zou willen leggen. Is er nog wel ruimte voor een project dat azc’s wil bombarderen tot een soort wijkcentrum, dat kostbare opvangplekken laat bezetten door Nederlandse jongeren en dat asielzoekers wil helpen integreren nog vóórdat ze een verblijfsstatus hebben bemachtigd?

Credits

DOCS is de documentaire podcast van de publieke omroep onder eindredactie van NTR en VPRO.
Presentatie: Mina Etemad. 

Vragen of reacties kun je sturen naar: docs@ntr.nl