Frederike Luijten (25) is recent benoemd tot stadsdichter van Tilburg. Deze stad omarmt de poëzie in het publieke domein, Frederike is al de elfde stadsdichter daar. Dertig kilometer verderop, in Breda, hebben de inwoners het minder getroffen. De laatste dichter die zich officieel stadsdichter mocht noemen, Kees van Meel, heeft jaren geleden zijn pen aan de wilgen gehangen. René Oomen onderzoekt in beide steden de wereld van de stadspoëzie.

Frederike solliciteerde in Tilburg naar de functie van stadsdichter en werd verkozen uit bijna twintig kandidaten. Haar leven bestaat uit schrijven, lesgeven en organiseren van literaire evenementen. Als stadsdichter wil ze literatuur op leuke manieren verspreiden en toegankelijk maken.

Ik hoop dat ik kan afrekenen met het idee dat jongeren niet lezen, of dat ouderen niet naar evenementen voor jongeren mogen komen,’ zegt Frederike Luijten.

Wat is eigenlijk de rol of de taak van de stadsdichter? En wie mag die rol vervullen? Oud-stadsdichters, jonge dichters, poetry slammers en spoken word artiesten denken daar verschillend over. Maar over één ding zijn de geïnterviewden het eens: de stadsdichter heeft een belangrijke functie als ambassadeur van de poëzie. En dat Breda geen officiële stadsdichter meer heeft, daarover kan dichter Jasper Mikkers kort zijn:

“Nou ja, ik vind dat Breda zich echt moet schamen.”

“Ik vind het te zielig voor woorden. Dat is slecht voor de poëzie en dat is slecht voor de stad. Een stad moet het op z'n fatsoen trekken als het geen stadsdichter heeft …. Ze moeten het goed regelen…Ze moeten het goed betalen. Ze moeten de juiste mensen aanwijzen daarvoor, benoemen daarvoor.

Wie die juiste mensen zijn, daar wordt levendig over gedebatteerd. Hoe toegankelijk moet de poëzie van de stadsdichter zijn? Is een spoken word artiest ook een dichter? Als jouw poëzie alleen op een podium tot zijn recht komt, mag je jezelf dan dichter noemen? En hoeveel ruimte krijg je van je stad om te dichten wat je wil, als je een sterk persoonlijk en heftig gedicht schrijft?

In Breda klopte Kees van Meel vergeefs aan bij het stadsbestuur toen hij wilde weten of zijn post nog bestond en dus hief hij zichzelf als stadsdichter op. Daarna was er een leegte waar sommige schrijvers zich weer enthousiast in gooiden.

De zelfverklaarde stadsdichter Maurits Verhoef (38) bijvoorbeeld, hij gaf zijn studie op voor de poëzie en werd vuilnisman voor de kost. ‘Buiten spelen voor volwassenen’, noemt hij dat. Het levert hem ook inspiratie voor het dichterschap. Voor hem is de boodschap van poëzie het belangrijkst en hij hecht dan ook aan toegankelijke stadsgedichten.

Maar wat is toegankelijk? En hoe belangrijk is toegankelijkheid? Beeldend kunstenaar en dichteres Yvon Né, die in een Bredase wijk gevels voorzag van haar gedichten, zegt er het volgende over:

‘Mensen zijn toch een beetje bang en onzeker dat ze iets niet snappen. En het is logisch dat zo'n tekst onzeker maakt. Want dat is eigenlijk ook de bedoeling … je mag hopen dat mensen niet onverschillig daaraan voor bij gaan en dat zo’n gedicht in staat is ook om de dagelijkse gang even te onderbreken. Dat je verrast wordt, getriggerd wordt

Credits

Dichter bij de stad, een podcast van René Oomen. Eindtechniek: Alfred Koster. Eindredactie: Ottoline Rijks.

DOCS is de documentaire podcast van de publieke omroep onder eindredactie van NTR en VPRO. Presentatie: Mina Etemad.

Vragen of reacties kun je sturen naar: docs@ntr.nl